Ik beken. Ik ben bang. En bezorgd. Ik lig wakker ‘s nachts. En dat de wereld wat minder doet aanvoelen als een bolster. Maar ik ben bang. Niet zo bang dat ik buig maar bang genoeg om bezorgd de slaap te weren.
De wereld waarin ik opgroeide was gewoontjes. Van gewone mensen en tussen nog gewonere mensen. En ik ben daardoor nogal gewoontjes gebleven. Niet dat soort gewoon dat ik gewoonweg als een ander ben. Maar net iets anders. Daardoor ook een vreemdeling in een wereld waarin ik vaak zelf de weg bepaal omdat ik de voorbepaalde wegen dwaalsporen vind. Het gevolg is dat je vaak bekeken wordt als een dwalend mens. Die is “weg”.
Maar wat als wegen worden afgesneden? Als men de weg niet meer herstelt. Als wegen steeds meer bepaald worden op een manier dat je de weg verliest? En andere kortweg weg worden gezet, weg van hun weg?
Ik herken vaak “de” samenleving niet meer. Niet dat die er is als een “ding an sich”, alhoewel er altijd iets blijft van een horizon: het geloof dat er wel een maatschappij is, hoe onbepaald die ook is. Misschien is het net bepaald dat kortwieken van dat onbepaalde wat me wakker houdt. Een samenleving die van bovenuit wordt gedicteerd, op maat van wie macht heeft. En waar macht almacht wordt.
Ik ben bang. En bezorgd. Over links en rechts. Niet voorbij links en rechts. Maar over rechts dat uiterst-rechts wordt. En uiterst-rechts dat het nieuwe normaal is. Over dat nieuwe normaal dat veel verder gaat dan 1 partij. Maar waar dat excuus van de ene partij de rest toelaat voortdurende hun “Schöne Seele” voor te houden.
Ik ben bang, en bezorgd. Ook over zogenaamd “links” dat weinig in eigen borst kijkt. Niet allemaal, maar genoeg om zorgwekkend te zijn. Ook waar ze in de drang naar macht, en niet meer “aan de zijlijn staan” op de schoot gaat zitten van een partij die uiterst-rechts zoveel na-aapt dat ze er een duplicaat van wordt. En terwijl sommige linkse mensen op de schoot ervan zitten roepen ze in koor het belang van een cordon sanitaire uit. En lachen ze met de Chinese muur tussen de twee innig verbonden politieke lieden. “We moeten tolerant zijn” hoorde ik onlangs. En “impact hebben” vulden ze aan. Tolerant voor uiterst-rechts? En impact door dat te normaliseren?
Het is ‘het bang en bezorgd zijn’ dat me wakker houdt. Terwijl mijn lichaam sputtert door bacillen en vuiligheid (De-Winter staat voor de deur). En toch lijkt het alsof de ziekte zich daar buiten veel sneller verspreidt. Alsof we in een samenleving leven die zo bepaalt wordt, dat ze reageert als hypochonder op alles dat haar kan bedreigen. En dat alles is het vele vreemde dat onder 1 noemer van “de vreemde” kan.
Ik ben bezorgd en bang. Over mainstream-partijen die de steunpilaren van het samenleven ondermijnen. Die besparen en mee kapot besparen. Op jeugdwerkers, op cultuurwerkers en sociaal werkers en op allerlei mensen in de schaduw bij zelforganisaties. Wat uiteindelijk een schaduw over de samenleving werpt. Die stemmen fnuiken die onwenselijk zijn, in de woonraad en de Vlaamse Bouwmeester, klimaatjongeren en kritisch middenveld. Het nieuwe normaal in het moedige midden.
Ik blijf wakker omdat ik het gevoel heb dat we wakker moeten blijven. Omdat er donkere dingen gebeuren. Omdat het donker is dat de voortdurend gefabriceerde “vreemde” vervreemd zal worden van toegang tot sociale woningen. Hoe vreemd is het dat je dat toestaat en normaal moet vinden? Omdat “de vreemde” zich niet meer moet verenigen met soortgelijke mensen. Omdat “de vreemde” voldoende vervreemd moet blijven van ons, en daarom nog enkele drempels worden ingebouwd. Terwijl de wachtlijsten aangroeien moet “de vreemde” betalen omdat hij/zij niet genoeg plichten nakomt. Met de stok van een slecht rapport bij DVZ als terreur achter de deur. Wie onderhandelt zoiets? Wie vindt zoiets een menselijk compromis?
Ik ben wakker. Misschien moeten we allemaal wat wakkerder blijven. De-Winter staat voor de deur. Ziekte plaagt mijn lichaam en geest. Ik zou moeten slapen. Ik voel me vreemd, vervreemd van wat er gebeurt. En ik ben niet eens “de vreemde”. Maar vreemd genoeg om de volgende in lijn te zijn. Want wat men doet met de gefabriceerde “vreemde”, dat is vaak het experiment voor alles en iedereen die al te vreemd wordt bevonden.
Ik voel me kwetsbaar maar enkel kwetsbaarheid houdt hart en ziel open voor kwetsbaren. Dat is de kracht van kwetsbaarheid.