Met het eredoctoraat van de VUB voor Yuval Noah Harari werd de auteur, die ons opnieuw herinnerde aan de universele geschiedenis van de mensheid, bekroond als meest toonaangevende denker van de 21ste eeuw. Met ‘Sapiens, een kleine geschiedenis van de mensheid’ geeft hij kant-en-klaar het geheugen terug dat de mens vergeten was. In de compactheid van een boek – met als originele cover een aapachtige die net onder de titel een kostuum blijkt te dragen – was het deze man, die me op jonge leeftijd, tijdens een opwelling van dorstige zoektocht naar kennis en intellectuele bevrediging, met zijn zwarte letters op gebundeld papier, de kiem van de mens deed herontdekken. Uiteraard had ik al eens geleerd over de Homo Sapiens, Homo Erectus en de Neanderthaler, maar sta me even toe mijn desinteresse van destijds toe te schrijven aan mijn jonge leeftijd en de saaiheid waarmee deze lessen werden gegeven binnen de kale schoolmuren. Deze plotse herontdekking van onze gezamenlijke evolutie als mensheid deed mij nog meer inzien hoe banaal het racisme werkelijk is.
Het was een ware explosie in mijn hoofd, die nieuwe oude kennis. De foto die Harari toont in zijn eerste boek, de restanten van twee geraamten die elkaar vasthouden en vanuit een diepe, uitgegraven kuil met hun gezichten naar het leven boven hen staren, is me sindsdien bijgebleven. Wie zijn ze? Waarom houden ze elkaar vast? Met een simpele foto wordt weergegeven hoe de mens stierf in een eerdere fase van de evolutie, maar door de loutere aanwezigheid van wat nog rest, ongenadig de erkenning van zijn bestaan opeist. Voorgeschoteld op een blad papier en niet groter dan een postkaart, zo eenvoudig. Dit is de mens en de mens is verbonden met alle individuen.
Mijn liefde voor Harari liet mij echter afdwalen van de huidige realiteit, een realiteit die met een pijnigende klap mijn dierbaar idee over de mens reduceert tot een loutere illusie. Want niet iedereen gelooft blijkbaar in mensen. Sterker nog, sommige personen, mensen, menen het menselijke uit hun medemensen verbaal te kunnen verwijderen en vernietigen. Zij willen hun medemensen uit Harari’s evolutieschets schrappen.
Het gaat om ‘de mensen’ tegen de ‘illegalen’, de nieuwe, inferieure mensengroep die met de vinger wordt gewezen door de superieuren. Ironisch, want de erfenis van onze moderne cognitieve revolutie wilde net niet nieuwe termen bedenken om de universaliteit van de mensen te objectiveren tot enkele krachttermen. Ja, het is inderdaad de rede die evenzeer teniet wordt gedaan. Natuurlijk bepaalt een administratieve status niet hoeveel mens een individu is. Je bent een mens of niet. Je bent of je bent niet.
Dit lijkt al lang vergeten te zijn. Er wordt niet meer over mensen gesproken. Laat staan over menselijke waardigheid. Een mens zonder papieren is een ‘illegaal’, een mens in nood is een ‘asielzoeker’, een mens met hoger gehalte aan melanine in de huid is een ‘vreemde’. Een mens uit een ander herkomstland is een ‘migrant’, en diens Belgische zonen of dochters zijn ‘eerste generatie migranten’. Het ene begrip na het andere om te onderscheiden en de universaliteit te vernietigen. Ongeacht hoe slecht het is gesteld met de kennis van de Nederlandse taal, het uitbraken van deze begrippen is de nieuwe woordenschatuitbreiding bij uitstek. Wie deze identiteit weigert te bevestigen, is dan weer te ‘politiek correct’. Terwijl dergelijke juridische benamingen voor personen in een bepaalde administratieve situatie zich enkel hoort te beperken tot de vergemakkelijking van administratie, en niet een maatschappelijke ‘onderklasse’ hoort te installeren.
Want ja, de kern zit veel dieper. Dit raakt het fundamentele van de mens, op een uiterst irrationele en contradictorische manier. Wie vreest voor mensen met de bruine huidskleur, gaat veelal zelf bij de eerste zonnestralen naar de drogist om zelfbruiner aan te schaffen. Velen die (terecht) menen dat het biologisch determinisme het dier van de mens onderscheidt, gaan plots iemand anders onherroepelijk een crimineel noodlot toeschrijven, waarbij geen vrije wil of maatschappelijke context meer aan te pas komt. Hetgeen wat tot dan nog een legitimatie was om een andere te veroordelen en als ‘vreemde’ een minderwaardigheidscomplex aan te wrijven, maakt dan plaats voor een relatief onschuldig schoonheidsideaal of het benadrukken van de vrije wil die zich onderscheidt van pakweg de honingbij, die bij de eerste dreiging willoos en onderworpen aan de biologische wetten de agressor steekt met haar eigen dood tot gevolg. Voilà, de irrationaliteit van het onderscheid.
Velen eigenen zich de positie toe om de Ander te veroordelen en te stigmatiseren, maar zien de ironie van hun eigen stelling niet in. Een ironie die zich zal wreken, vermits de illusie van een vermeende superieure maatschappelijke plaats, niet meer dan gebakken lucht, vroeg of laat zich keert tegen degene die het oordeel uitspreekt. Dat bewijst ook onze geschiedenis. Racisme is fundamenteel irrationeel, want afkomst noch huidskleur – hetgeen beide uitkomsten zijn biologische processen – zijn wetenschappelijke valabele redenen om een zelfverklaarde uitverkoren plaats in de emotionele of maatschappelijke ranking te verdedigen.
Uiteraard zou het oneerlijk zijn om te stellen dat ik volledig weet hoe het voelt om onderaan de ladder te moeten leven, want ik ben iemand die zich dankzij het melanine-gehalte in haar huid tot het zogezegde “goede deel” van de bevolking mag rekenen. Bleke huid, blauwe ogen, bruin haar, hier en daar sproeten. Verzorgd uiterlijk. Spreekt beleefd Nederlands en toont een lichte glimlach. Niet slecht. Maar wat was dat even schrikken toen deze verschijning een oudere man brullend terecht wees op de trein, toen hij een jongeman uitschold voor ‘bruine aap’, alleen omdat de opzwepende muziek in zijn gsm-oortjes te luid stond.
Racisme en discriminatie mogen nooit getolereerd worden. Als we tegelijkertijd het infantiele punt hebben bereikt dat mensen hun hond als een kind behandelen, dure verjaardagsfeesten organiseren voor het beest en vervolgens Blackie in een kinderkoets steken om ermee te paraderen, dan is het erg gesteld met de mensheid. Een sappige kotelet voor de hond op zijn verjaardag? Geen probleem. Solidariteit met iemand die is gevlucht uit zijn land voor oorlog? Sorry, verkeerde huidskleur.
Eén van de populairste boeken van de afgelopen 10 jaar bevat het bewijs van universele evolutie die het racisme terug naar het rijk der fabelen verbant. Ondertussen worden dieren als mensen verheerlijkt, en mensen worden als dieren behandeld. Homo Sapiens op zijn kop. Dit was misschien een betere cover geweest van het eerste boek: het kostuum boven het dier. Meteen ook toepasselijk voor de degeneratie waaraan we begonnen zijn. De menselijke evolutie in volle achteruitgang. Oh, de ironie.