Dora Diamant was een passionele, levendige en intelligente vrouw van Oost-Europese Joodse afkomst, die een van de belangrijkste schrijvers van de twintigste eeuw het gelukkigste jaar van zijn leven had bezorgd. Als Joodse, als vrouw, als linkse activiste ervoer ze onderdrukking, vervolging, brutale scheiding en de ellende van de ballingschap. Ik presenteer u het onbekende leven van Dora Diamant, de laatste geliefde van Franz Kafka.
Johny Lenaerts is publicist en vertaler. Vertaalde o.m. Murray Bookchin, ‘Paden naar een groene toekomst’ (2020) & Municipalisme (2020); Gustave Landauer, ‘Revolutie” (2020); Michael Lausberg, ‘De Filosofie van Peter Kropotkin’ (2019); Simone Weil, ‘Onderdrukking en vrijheid’ (2018); Siegbert Wolf, ‘Milly Witkop, anarchiste en feministe’ (2016).
Hoe een mens behoort te zijn
Dora Diamant leerde Kafka in de zomer van 1923 kennen in de badplaats Müritz aan de Oostzee. Ze was nog jong, 25 jaar, en had de leiding over de keuken van een vakantiekolonie voor kinderen die tot het Berlijnse Joods Volkstehuis behoorde. ‘Op een dag zag ik op het strand een familie spelen, ouders en twee kinderen,’ zo zou ze zich later herinneren. ‘De man viel me bijzonder op, ik kon me niet van zijn indruk losmaken. Ik volgde deze mensen zelfs tot in de stad, en later ontmoette ik ze weer.’ In het Volkstehuis werd op een gegeven moment bekendgemaakt dat Dr. Franz Kafka naar het diner zou komen. Dora Diamant was van dienst in de keuken. Ze bereidde het eten en maakte vis schoon. ‘Toen ik van mijn werk opkeek – het was donker geworden, er stond iemand buiten voor het venster – herkende ik de man van het strand. Dan kwam hij binnen en ik wist niet dat het Kafka was en dat de vrouw met wie ik hem op het strand gezien had zijn zuster was. Hij zei met een zachte stem:‘ Zo’n zachte handen, en u moet zo’n bloederig werk verrichten!’
Dora Diamant was opgegroeid in een Oost-Europees chassidisch milieu. Na de rampspoed van de oorlog was ze uit het Oosten weggevlucht, omdat het Westen voor haar ‘de bron van het licht’ was. Maar het zou haar snel ontgoochelen:‘ Europa was er niet in geslaagd aan mijn verwachtingen te voldoen, de mensen waren er in de grond rusteloos; ze misten iets. In het Oosten wisten we af van de mens als persoon; misschien waren we dan wat minder op ons gemak in gezelschap en misschien drukten we ons wat minder elegant uit maar we wisten af van de wezenlijke eenheid van mens en schepping. De eerste keer dat ik Kafka zag besefte ik dat hij mijn opvatting belichaamde van hoe een mens behoort te zijn. Maar Kafka wendde zich ook tot mij, alsof hij van mij iets verwachtte.’
Gemeenschap
De vakantiekolonie waar Dora Diamant als een van de leidsters werkte, behoorde tot het Jüdischen Volksheim, en was tijdens de Eerste Wereldoorlog opgericht om de Joodse tradities van de Oost-Europese vluchtelingen in ere te houden. Het was bedoeld voor wezen en kinderen die uit de steden, dorpen en sjtetls in Galicië en Schlesiën door oorlog, hongersnood en pogroms verdreven waren, en die in de armoedige wijken van het overbevolkte Berlijnse Scheunenviertel, de oude Joodse wijk, aangespoeld waren. Het Volksheim ondersteunde een aantal activiteiten, zoals jongerengroeperingen, cursussen voor Hebreeuws en ritmische dans, wandelingen, discussies over politieke en culturele thema’s, alsook het vertellen van Joodse sagen en chassidische verhalen, waar Dora in uitblonk. Voor de kinderen betekende het een weldadige rustpauze in een moeilijk leven als statenloze vreemdeling.
Dora was in 1920 als Pools-Joodse emigrante in Berlijn aangekomen en had als kleuterleidster bij het Volksheim werk gevonden. Net als de kinderen afkomstig uit het Oosten kende ze de reusachtige hindernissen en de haat waarmee de Joden geconfronteerd waren. Het Volksheim had haar een gevoel van gemeenschap en familie gegeven.
Grote verwezenlijking
Nadat Kafka en Dora elkaar de eerste keer ontmoet hadden, ging er geen dag voorbij waarop ze niet een tijd met elkaar doorbrachten. Haast dagelijks wandelden ze door het bos naar het strand, zaten ze in de strandzetels en staarden ze naar de zee. Kafka was naar de Oostzee gekomen om te herstellen van een ernstige ziekte. Nadat hij bovenop de tuberculose, waar hij al vijf jaar aan leed, een longontsteking nipt overleefd had, had hij haast een jaar het bed moeten houden. De gedachte aan een terugkeer naar het ouderlijk huis in Praag verontrustte hem. Sedert hij Dora had leren kennen, was Kafka’s wens in Berlijn te gaan wonen sterker dan ooit. Dora bood hem de gewenste oplossing. Ze woonde al drie jaar in Berlijn, kende er haar weg en kon hem helpen. Bij hun afscheid in Müritz beloofde ze voor Kafka een woning in Berlijn te zullen zoeken. Ze vond een bemeubelde kamer in een vreedzame, groene omgeving. Dora schreef Kafka een enthousiaste brief. Maar het zou nog zeven weken duren voordat Kafka naar Berlijn zou vertrekken.
Dora had nooit eerder met een man samengeleefd. Voor Kafka betekende het een grote overwinning op zichzelf. Ondanks schijnbaar onoverwinnelijke hindernissen slaagde hij er op de ouderdom van veertig jaar in zich van zijn familie los te maken. ‘Zich van Praag los te scheuren – dat was, alhoewel het pas zeer laat gebeurde, de grote verwezenlijking van zijn leven, zonder dewelke hij als het ware geen recht op de dood zou hebben.’ Zo gaf Dora later weer wat Kafka haar had verklaard. Zijn relatie met Dora Diamant hield hij geheim.
Idylle
‘Eén enkele dag met Franz geleefd te hebben betekent méér dan heel zijn werk,’ zou Dora later aan een vriend van Kafka toevertrouwen. Dora en Franz brachten vele uren samen door, waarin ze met elkaar spraken, elkaar iets voorlazen en zich amuseerden. Voortdurend dachten ze eraan Berlijn te verlaten en naar Palestina te emigreren en daar een nieuw leven te beginnen. Ze stelden zich voor er een restaurantje te openen. Dora zou in de keuken staan, Kafka zou zich als kelner nuttig maken. ‘Dikwijls speelde hij kelner voor mij,’ herinnerde Dora zich. ‘Hij moest de hele gelagkamer bedienen en omdat dit spel dikwijls wel een kwartier duurde, werd het eten koud!’ Toen Kafka vele jaren later steeds weer als een nihilist afgeschilderd werd, wees Dora deze voorstelling als absurd van de hand: ‘Een mens die met zo’n grote vreugde at en dronk… Hoe hij kon genieten van een banaan! En iedereen die Franz een glas wijn heeft zien drinken, had er moeite mee geen dronkaard worden!’
Nog vooraleer ze met hem samenwoonde wist Dora weliswaar dat Kafka een schrijver was, maar ze had er geen voorstelling van wat dit werkelijk voor hem betekende. ‘Kafka moest schrijven,’ zag zij spoedig in, ‘omdat het schrijven zijn levensadem was. Hij ademde het in op het ritme van de dagen waarop hij schreef.’ Dora was zich bewust van Kafka’s verlangen naar eenzaamheid en stilte om te kunnen schrijven. Ze liet hem dan alleen. Op de dagen waarop Kafka schreef had Dora genoeg te doen: ze las voor haar opleiding aan de Hogeschool voor de Wetenschap van het Jodendom en werkte beroepsmatig aan het Jüdischen Volksheim, waar ze ook aan een cursus voor ritmische dans deelnam en occasioneel bij de kinderen van het weeshuis meehielp. Wanneer ze in de woning terugkwam, wilde Kafka er alles over weten, en hij las haar op zijn beurt voor uit het verhaal dat hij die dag geschreven had. Haast elke avond brachten ze samen in huis door. ‘s Avonds uitgaan was te duur. Dora lag opgerold op de sofa en Franz las luidop zijn lievelingsverhalen en -boeken voor, hij werd het nooit moe. Slechts zelden kwam er bezoek. Ze hadden aan elkaar genoeg.
Afscheid
Maar op enkele honderden kilometers van deze idyllische taferelen verwijderd, in achterkamertjes en kelders van bruine Bierstuben smeedden duistere krachten allerlei snode plannen. In München trachtte onder leiding van een Oostenrijks oud-korporaal een handvol idioten, oud-officieren en ander schorem via een staatsgreep de regering omver te werpen. Tien jaar later zouden ze een tweede kans wagen. Deze keer met meer succes.
Dora’s geluk werd overschaduwd door Kafka’s verslechterende gezondheid: hoge temperatuur, slapeloosheid, longafwijkingen en andere kwalen. De diagnose van de dokter luidde: tuberculose van het strottenhoofd. Dikwijls lag Kafka dagenlang in bed. Dora las hem voor uit een boek en ze vonden nieuwe manieren om zich te amuseren. ‘We schetsten dikwijls voor ons genoegen met onze handen schaduwbeelden op de muur,’ vertelde ze. Het spel van licht en donkere schaduwen danste en sprong op de muur, terwijl ze verhalen en scènes uit sprookjes en legenden improviseerden. Dikwijls speelden ze zo lang tot de laatste kaars opgebrand was.
Kafka kreeg van zijn dokter de raad te gaan kuren in een van de speciale sanatoria. De ziekte won schrikbarend terrein. In maart 1924 bracht Dora hem naar het sanatorium Wiener Wald in Oostenrijk. Het werd al binnen een paar dagen duidelijk dat zijn kwaal er niet voldoende kon behandeld worden. De volgende halteplaats werd het sanatorium in Kierling, een voorstad van Wenen. Robert Klopstock, een medisch student, onderbrak zijn studie en kwam naar Wenen om Kafka bij te staan. Hij en Dora bleven tot het laatste ogenblik bij hem. Het einde kwam snel. Op 3 juni 1924 overleed Kafka. Dora was verpletterd en helemaal buiten zinnen. Klopstock moest haar met zachte hand dwingen om wat te rusten. Een week later werd Kafka in Praag begraven. Ongeveer honderd mensen woonden de begrafenis bij. Toen ze de kist lieten zakken moest Dora worden tegengehouden, anders had ze zich in het graf geworpen.
Communiste
Twee maanden bleef Dora in Praag. Dan nam ze vastberaden haar koffer en spoorde ze naar Duitsland, zonder van iemand afscheid te nemen. Ze was 26, ze wilde nog iets van haar leven maken. Het was een oude droom actrice te worden. Kafka had haar daarin gestimuleerd. In Berlijn, waar de avant-garde bloeide, ging ze een theateropleiding volgen. Van november 1926 tot april 1929 was Dora verbonden aan de Theaterakademie van Düsseldorf. Ze dwong respect af en werd bewonderd om haar inzet en talent.
Terug in Berlijn, trof ze er een stad aan in volle beroering. SA-troepen gingen met communisten op de vuist. Toen eind oktober de beurs van New York instortte, bereikte de depressie zeer snel Berlijn, en hoorde Dora Diamant tot de honderdduizenden die direct getroffen waren. Ze sloot zich aan bij de communistische partij (KPD), en werd actief in een Agitpropgroep: het was haar taak toneelspelers voor straattheater op te leiden. Op de marxistische avondschool ontmoette ze Lutz Lask, een geassimileerde Duitse Jood en een geschoold partijkader, waarmee ze spoedig in het huwelijk zou treden. Ze maakte snel promotie in de partij, werkte mee aan het opstellen en verdelen van vlugschriften en kranten en organiseerde demonstraties en geheime samenkomsten. Zij en Lutz werkten schouder aan schouder. Ze streden niet enkel voor sociale gerechtigheid, maar ook voor hun eigen leven.
Op de laatste dag van februari 1933, vijf dagen voor haar vijfendertigste verjaardag, werden Dora’s lidmaatschap van de KPD en haar politiek engagement een reëel gevaar. Op deze dag zette Hitler de constitutionele vrijheden en de burgerrechten van de Weimarrepubliek buiten werking en vaardigde hij een vrijbrief voor de vervolging van de politieke oppositie uit. De dag voordien was in onopgehelderde omstandigheden de Reichstag afgebrand. De nazi’s hielden de communisten voor de brand verantwoordelijk. Voor alle tegenstanders van de nazi’s ging het nu enkel nog om de vraag of men vluchten of blijven en strijden moest. Lutz en Dora beslisten te blijven en te strijden. De meeste Duitse communisten dachten dat het nog mogelijk was Hitler tegen te houden. Verschillende keren werd Lutz door de Gestapo gearresteerd en gefolterd. Maar hij zou niemand verraden. In oktober 1934 vluchtte hij via Praag naar de Sovjet-Unie. Daar werd hij wetenschappelijk medewerker van het Marx-Engels-Instituut.
Dora bleef lid van de inmiddels illegale KPD, maar was van al haar partijverplichtingen ontheven, en het was haar verboden nog contact met andere partijleden op te nemen. Ze vormde een te groot risico. Bij een van de huisdoorzoekingen in Dora’s kamer nam de Gestapo Dora’s ‘geheime schat’ in beslag: haar verzameling van Kafka’s brieven en notitieboeken. Ze was ontroostbaar en stond aan de rand van een inzinking. Ze had ontdekt dat ze zwanger was. Op 1 maart 1934 werd haar dochter Marianne geboren. Vanaf dat ogenblik was haar belangrijkste opgave voor het overleven en de veiligheid van haar kind te zorgen. Kort na Lutz’ vlucht uit Berlijn begon Dora haar vlucht voor te bereiden. Ze droomde ervan weer op het podium te staan. Het ongelooflijke geschiedde: in februari 1936 kreeg ze toestemming om samen met haar dochtertje haar schoonvader te vergezellen naar Rusland.
In het arbeidersparadijs
De eerste dagen in Rusland leken haar een magische droom. Vooral een avond in het Joods Theater maakte een diepe indruk op haar. Ze wilde haar partijlidmaatschap van de KPD naar die van de communistische partij van de Sovjet-Unie laten overschrijven. Maar dat werd geweigerd. In augustus 1936 had in Moskou het eerste schouwproces tegen vermeende ‘contrarevolutionairen’ plaatsgevonden. Er werden steeds meer willekeurige arrestaties verricht. In de zomer van 1937 werden alle buitenlandse medewerkers van het Marx-Engels-Instituut ontslagen, waaronder dus ook Lutz Lask. In maart 1938 werd hij voor vermeende spionage aangeklaagd. Maandenlang vernam men niets van hem. Hij ontkende alles en hield zijn onschuld vol. Toch werd hij op verdenking van spionage tot acht jaar werkkamp veroordeeld, een straf die hij uitzat aan de Kolymarivier aan de noordelijke poolcirkel ver in het oosten van Siberië. Dora zou hem nooit meer terugzien. Kort daarop kon ze samen met de kleine Marianne uit de Sovjet-Unie wegvluchten. Hoe die vlucht verlopen is, via welke weg ze het land verliet, blijft het grote geheim dat nog steeds over Dora’s leven hangt.
De tweede vlucht
In oktober 1938 bereikte Dora Diamant samen met haar 4-jarig dochtertje de Zwitserse grens, maar deze was reeds gesloten. Dora was wanhopig en uitgeput. Haar mogelijkheden waren beperkt. Moest ze naar Duitsland terugkeren dan zou ze gearresteerd worden. Enkel de grens met Nederland was nog open, en zo vluchtten Dora en Marianne verder naar Den Haag. Daar trof Dora haar broer en schoonzus, die er vijf jaar eerder naartoe gevlucht waren. Ze ontmoette er ook de schrijver en criticus Menno ter Braak.
Na ontelbare pogingen het Kanaal over te steken – steeds werden ze aan de grens teruggestuurd, lukte het haar uiteindelijk vaste voet op Engelse bodem te zetten. Precies een week later, op 1 september 1939, marcheerde het Duitse leger Polen binnen. Groot-Brittannië en Frankrijk verklaarden Duitsland de oorlog en alle grenzen werden gesloten. De Tweede Wereldoorlog was begonnen.
Als gevreesde buitenlanders werden Dora en Marianne samen met duizenden andere Duitstalige vrouwen en kinderen naar het Isle of Man, een klein eilandje tussen Engeland, Schotland en Ierland, getransporteerd. Het eiland fungeerde als belangrijkste interneringskamp voor ‘Enemy Alien’. Om wat tegen de knagende verveling te doen bedacht men gemeenschappelijke projecten. Men richtte een kleuterklas en een school op, bood beroepsklassen voor jongeren aan en men stichtte zelfs een toneelgroep. Dora begon voorstellingen en lezingen over Jiddische literatuur en muziekconcerten te organiseren. Tijdens de herfst en de winter van 1941 konden Dora en Marianne logeren bij een filosofiedocente in Manchester. Marianne kon er naar school. Daarop reisde Dora af naar Londen om er werk te zoeken. Ze vond een onderkomen in de East End en knoopte er contacten aan met mensen uit het Jiddische literatuur-, theater- en kunstmilieu. Met verschillende jobs trachtte ze het hoofd boven water te houden.
Israël
Na het einde van de oorlog begon Dora theaterkritieken te schrijven en op aansporing van een vriend ook toneelstukken. Ze werd geïnterviewd over haar leven met Kafka en maakte plannen om naar de pas opgerichte staat Israël te emigreren. In Israël deed haar broer David alles wat hij kon om haar te helpen. Hij slaagde erin Dora een officiële uitnodiging van de stad Tel Aviv te bezorgen om er lezingen over Kafka te komen geven. Dora’s weg leidde zo, al was het vele jaren later, toch nog naar Israël, en zelfs indien Kafka haar niet vergezelde, was hij op zijn minst de aanleiding voor de reis. Ze ontmoette er talrijke Kafka-liefhebbers, gaf lezingen en interviews en bezocht ook een kibboets. Na haast vier maanden in Israël moest Dora terug naar Engeland, maar ze was vastbesloten met Marianne terug te komen.
Terug in Londen begon ze onmiddellijk haar definitieve verhuis naar Israël voor te bereiden. Maar haar dochter Marianne, inmiddels 15, was veel te ziek om te reizen. Twee jaar zou ze in een ziekenhuis in Kent doorbrengen. De tijd verstreek. In januari 1951 werd bij Dora een chronische nierontsteking vastgesteld, een snel voortschrijdende en dodelijke ziekte. Op het ogenblik waarop Dora een dokter opgezocht had stond ze reeds dicht bij een nierfalen. De enige hoop haar leven te verlengen bestond in een volkomen bedrust en een streng dieet. Genezing leek niet meer mogelijk.
Dora werd in een ziekenhuis opgenomen, waar ze haar herinneringen aan Kafka opschreef en een dagboek bijhield. Ze overleed op 15 augustus 1952 in het Plaistow Hospital. Ze was 54 geworden. Ze zou de geschiedenis ingaan als de laatste geliefde van Kafka, maar ze was zoveel méér.