Donald Trump heeft het Witte Huis verlaten, maar aan het rijk van de leugen is daarmee geen einde gekomen. Zijn politieke carrière begon met een leugen, en eindigt – voorlopig – al evenzeer met een kolossale onwaarheid. De grens tussen leugen en waarheid, tussen fictie en werkelijkheid, tussen geschiedenis en mythe vervaagt. Waartoe dat leidt op mondiaal vlak, tonen niet alleen de gebeurtenissen van de afgelopen maanden in de Verenigde Staten, maar ook de blinde vernielzucht zoals die te zien was bij de anti-lockdownprotesten in Nederland.
Johan Depoortere was tussen 1971 en 2008 een BRT/VRT-journalist. Hij maakte reportages in binnen- en buitenland met vooral belangstelling voor het Midden-Oosten en Noord- en Zuid Amerika. Hij was correspondent in Moskou tijdens de woelige Jeltsin-jaren (95-2000) en was vervolgens buitenlandverslaggever in Washington tijdens de Bush-jaren.
Trump surfte de politiek binnen op de golven van het “birtherism”, het geloof dat Barack Obama niet in de VS maar in Kenia geboren is, en dus geen wettige aanspraak kon maken op het presidentschap. Birtherism was de perfecte verpakking voor het diep ingeslepen racisme bij een deel van het blanke publiek, het vehikel voor de backlash tegen de decennia oude strijd voor ontvoogding en burgerrechten, die met de opkomst van Obama bekroond leek te zijn – helaas een illusie. Niet dat Trump aan zijn proefstuk toe was. Jaren eerder – in 1989 – had hij zich al laten opmerken door een paginagrote advertentie in de New York Times, waarin hij aandrong op de herinvoering van de doodstraf. De aanleiding was de arrestatie van vijf zwarte en latino tieners voor de verkrachting van een jogger in Central Park. Later werd de echte dader dankzij DNA-onderzoek geïdentificeerd. De vijf – intussen bekend als de Central Park Five – hadden jaren achter de tralies doorgebracht vóór ze in 2002 werden vrijgelaten en een forse schadevergoeding ontvingen. Toen Netflix twee jaar geleden een miniserie over de zaak uitbracht, “When they see us”, weigerde Trump, intussen president van de Verenigde Staten – zich te verontschuldigen voor zijn rol in de hetze tegen de vermeende verkrachters.
De Washington Post, die een nauwkeurige boekhouding bijhield van de onwaarheden die Trump tijdens zijn vier jaar durend presidentschap verkondigde, klopt af op een totaal van 30573 – zowat twintig per dag. De valse bewering dat zijn bewind de sterkste economie in de wereldgeschiedenis heeft gebouwd, herhaalde hij liefst 493 keer. De leugengolf ging crescendo tot de allerlaatste dag van zijn presidentschap. Trump is erin geslaagd miljoenen Amerikanen ervan te overtuigen dat zijn verkiezingsverlies in werkelijkheid een verpletterende overwinning was – een “landslide” – hem uit de handen gestolen door een complot van radicaal-linkse krachten, Democraten, rechters, zijn eigen justitieminister en de verraders in een Republikeinse partij.
Zijn leugen bracht hem nu 74 miljoen stemmen op. Nog opvallender is het feit dat de Republikeinen, ooit de partij van Lincoln als de verzameling van progressieven en tegenstanders van de slavernij, overstag ging met Trumps programma. Het is nu gewoonweg een sekte die de leider volgt in zijn krankzinnigste waanvoorstellingen. Zelfs de bestorming van het Capitool door een bende Trump-aanhangers en rechts-radicale milities kon het rotsvaste geloof in de leugens van Trump nauwelijks aan het wankelen brengen. Meer dan honderd leden van het Huis van Afgevaardigden en acht senatoren, die uren voordien nog voor hun leven hadden gevreesd, bleven achter het standpunt staan dat de verkiezingen “gestolen” waren. Een nieuwe leugen zag het licht: de bestormers van het Capitool waren in feite extreem-linkse relmakers van Antifa en Black Lives Matter. Trumps advocaat, Rudy Giuliani, bracht ene John Sullivan ter berde, de jongeman die het hele gebeuren met zijn smartphone had gefilmd, en daarbij het moment had vastgelegd waarop een vrouw dodelijk werd geraakt door een politiekogel. Sullivan, die zich eerder liet opmerken op Black Lives Matter-betogingen, zou volgens Guliani de inval geregisseerd hebben. Een Trump-aanhanger, die verder niets met de bestorming van het Capitool te maken had, wist met zekerheid te vertellen dat zowel links als rechts verantwoordelijk waren voor de aanval. Anderen verklaarden dat het geweld in het Capitool niets méér was dan een begrijpelijke reactie op het geweld tijdens de BLM-betogingen van afgelopen zomer.
“Als de leugen regeert, is fascisme niet ver af”, schrijft de historicus Timothy Snyder in een veelbesproken essay in de New York Times. Daarmee is het F-woord gevallen. “Post-waarheid is proto-fascisme,” schrijft Snyder, en “Trump is onze post-waarheid-president geweest.” Toch kunnen we ons gelukkig prijzen dat Trump de kwaliteiten miste om een echte fascist te zijn: de operettestaatsgreep waartoe hij aanleiding gaf, was al even knullig als de meeste van zijn halfbakken spectaculaire beleidsdaden: de “muur” die Mexico zou betalen of de desastreuze onbekwaamheid in zijn aanpak van de coronacrisis. Toen de bestormers eenmaal het Capitool waren binnengedrongen, leek niemand te weten wat er precies moest gebeuren. Ze maakten selfies, die hen later voor de rechter zouden brengen. Trump ontbeerde ook de steun van het leger. Een beetje fascist zou, aldus Snyder, die fout niet hebben gemaakt.
De coup was – zoals alles met Trump – meer theater dan werkelijkheid, al kostte die aan vijf mensen het leven. Het gebeuren, door de deelnemers zelf uitvoerig gefilmd, leverde een iconisch beeld, nu al in het collectieve geheugen gebrand, en daarom te vergelijken met de instorting van de Twin Towers. De bestorming van het parlement bracht in miljoenen huiskamers overal ter wereld de diepe innerlijke verdeeldheid van de Amerikaanse samenleving op pijnlijke wijze in beeld. Voor de Afro-Amerikanen scheurde het vertoon van de vlag van de racistische zuidelijke Confederatie in de “tempel van de Amerikaanse democratie” de wonden open die sinds de burgeroorlog niet zijn geheeld. Trump heeft het met zijn leugens weer mogelijk gemaakt om het latente racisme – de erfzonde van de Amerikaanse democratie – openlijk te manifesteren. Eerder al had hij naar aanleiding van de zware rellen in Charlottesville in 2017, waarbij één dode viel, blanke supremacisten en antisemieten “ fijne mensen” genoemd.
De leugens van Trump hebben in een Amerikaanse context, geleid tot een Amerikaanse variant van het “protofascisme.” Ondanks alles – zo heet het – hebben de instellingen gewerkt. Als de bestorming van het parlement de bedoeling had de verkiezingsuitslag te annuleren, dan was dat opzet al op voorbaat een fiasco. Uiteindelijk zijn de man en de vrouw die de meeste stemmen hebben behaald, bevestigd als president en vice-president. Maar het rijk van Trump is niet ten einde, het rijk van de leugen is niet uitgespeeld. Wie van de macht van de leugen heeft geproefd zal de smaak niet gauw verliezen. Trump beloofde bij zijn afscheid dat hij zal terugkeren “in een of andere vorm”, en hij lijkt de oprichting van een eigen partij te overwegen. Of dat loze beloftes zijn of niet, moet nog blijken, en een glorieuze comeback is niet waarschijnlijk. Big business trekt de handen van hem af, zijn partij is verdeeld, voor de militaire top is hij radioactief, en nu hij zelf ook een loser is gebleken, laat een deel van zijn aanhang hem vallen. Maar het staat vast dat ook na Trump liegen als politieke modus operandi nog lang niet de wereld uit is. Net als dat andere virus heeft de leugen zich razendsnel over de planeet verspreid: van Poetin tot Bolsonaro, van Hongarije tot het Verenigd Koninkrijk, van Salvini tot Theo Francken. Dat een ex-staatssecretaris en kopstuk van de grootste partij in het land ongestraft het parlement kan voorliegen, is een beangstigend voorteken van wat ons na de volgende verkiezingen te wachten staat.