Het Communistisch Manifest: 175 jaar jong
Het Manifest van de Communistische Partij werd in februari 1848 gepubliceerd. Het werd in opdracht van de bond van communisten door Marx en Engels opgesteld. Het Manifest kwam tot stand vlak vóór de revoluties van 1848 in verschillende landen van Europa losbrandden (Frankrijk, Duitsland, Polen, Oostenrijk) en diende als politiek programma voor deze revoluties. Maar het oversteeg in grote mate het tijdvak waarin deze burgerlijke revoluties plaats grepen.
Het Manifest is nog altijd actueel door zijn diepgaande analyses van de kapitalistische onderbouw van de maatschappij en door de grote begeestering waarmee het proletariaat tot de doodgraver van het kapitalisme wordt benoemd. De geschiedenis is sinds de landbouwrevolutie een geschiedenis van klassenstrijd. Revoluties zijn de locomotieven van de geschiedenis.
Het Manifest erkent de revolutionaire rol die de bourgeoisie in het verleden speelde door de feodale productieverhoudingen te vernietigen. Die waren gebaseerd op de uitbuiting door adel en geestelijkheid van boeren op het platteland, dikwijls onder lijfeigenschap, en van ambachtslui in de steden.
Maar de bourgeoisie kan niet bestaan zonder de productiemiddelen (arbeid, grond, grondstoffen, fabrieken, machines, kennis) voortdurend te revolutioneren. Als gevolg daarvan revolutioneert zij ook voortdurend de productieverhoudingen en dus ook de gezamenlijke maatschappelijke verhoudingen. Zij trekt steeds meer naties en volkeren in de kapitalistische maalstroom. Het kapitalisme veroorzaakt onvermijdelijk crisissen. In haar pogingen om die op te lossen veroorzaakt de bourgeoisie nog grotere en geweldiger crisissen.
Het kapitalisme veroorzaakt onvermijdelijk crisissen
De burgerij brengt zelf voortdurend de klasse voort die in staat is de kapitalistische productieverhoudingen te breken en een nieuwe socialistische maatschappij op te bouwen. In de verschillende fasen van de strijd tussen arbeidersklasse en de burgerij plaatsen de communisten altijd het eigendomsvraagstuk van de productiemiddelen op de voorgrond. Zolang het privébezit van de productiemiddelen en de vrije markt bestaan zullen de theorieën van Marx en Engels actueel blijven.
Als georganiseerde heersende klasse moet de arbeidersklasse zijn politieke macht gebruiken om aan de bourgeoisie stap voor stap alle kapitaal te ontrukken. Zij moet alle productie-instrumenten in handen van de staat centraliseren en de massa van de productiekrachten zo snel mogelijk vermeerderen.
Marx en Engels gaan uitgebreid in op allerlei theorieën en praktijken die voor dat doel
een rem zijn (zoals de utopische socialisten). In een voorwoord bij de Engelse uitgave van 1888 noemt Engels ze ‘kwakzalvertheorieën’. Meer nog dan overwinningen zullen nederlagen de mensen bewust maken van de ontoereikendheid van deze theorieën om tot een definitieve bevrijding te komen.
“Proletariërs aller landen verenigt u!”
Het Manifest eindigt met de beroemde en zinderende oproep: “Proletariërs aller landen verenigt u!”.
De intellectuele revolutie die Marx en Engels tot stand brachten stellen de werkers en de onderdrukten in staat de geschiedenis te begrijpen en bewuste makers van geschiedenis te worden. De vooruitgang in de geschiedeniswetenschap is in deze te vergelijken met de invloed van Darwin in de natuurwetenschap.
Het Manifest heeft ook de grondslag gelegd voor de anti-imperialistische strijd. In een voorwoord bij de Italiaanse uitgave van 1893 schrijft Engels dat zonder het herstel van de zelfstandigheid en eenheid van iedere natie de internationale vereniging van het proletariaat niet tot stand kan komen.
Om de rijkdom en de diepgang van het Manifest te leren kennen moet je het Manifest zelf lezen. Het is intellectueel werelderfgoed geworden en heeft talloze mensen, partijen en revolutionaire bewegingen geïnspireerd over de hele wereld.
Bijdrage van Jef Vanhemel – Masereelfonds Antwerpen.