14 mei 2024

Gratis populisme voor iedereen

Een obsessie met het geprinte woord doet iets met je brein. Met het risico om te klinken als een personage uit mijn favoriete kinderboek en -film The Neverending Story : het is een poort naar een heel nieuwe wereld, naar een dimensie waarin verdichtingen en webben van woorden met elkaar vechten om semantische combinaties te maken, die dan wederom uit je mond of pen kunnen ontsnappen. Een complexe wereld die helaas meer en meer plaats moet ruimen voor het vacuüm van de hedendaagse digitale beeldcultuur.
Frank D’hanis is schrijver, copywriter en online polemist. Hij studeerde filosofie en japanologie aan de Universiteit van Gent en Japans aan de Ritsumeikan Universiteit in Kyoto. TT en IG: sorry_ voor_de_overlast, meer teksten op zijn website: www.frankdhanis.com.

Laat The Neverending Story zeker lezen door jouw nageslacht. Existentiële thema’s zijn er genoeg: jezelf ontdekken om jouw eigen plaats op te eisen met behulp van de kracht van verbeelding. Het kan ook gelezen worden als een allegorische aanklacht van de corrumperende effecten van machtszucht en een waarschuwing voor het nihilisme. Dat is niet niks, voor een kinderboek, dat bovendien tjokvol intertekstualiteit bevat met een ingewikkelde narratieve structuur die hedendaagse Harry Potter-fans onmiddellijk aan het wenen brengt. Een interessant personage is de weerwolf G’mork. Hij wil ‘Het Niets’ de wereld van Fantastica laten overnemen om zelf almachtig te worden. In geketende toestand krijgt hij de hulp van Gaya die tevens ‘Het Niets’ wil laten zegevieren, maar zij springt uiteindelijk in een dodelijke ravijn. Wat er zich tussen G’mork en Atreyu ontspint, is een verrassend diepe dialoog over macht en de verlokkingen van de immoraliteit. Het is niet verbazend dat de auteur Michael Ende als Duitse tiener deze zaken aan den lijve heeft ondervonden tijdens de Tweede Wereldoorlog. G’mork is na zijn carrière als literair booswicht trouwens bij het Vlaams Belang gegaan, waar hij vooral provocerende video’s maakt voor X (Twitter) en TikTok, en illegale content deelt met zijn fascistische vrienden in Discord-groepen. Zo gaan die dingen.

Maar laten we even wachten met het onderwerp van Vlaamse hypernationalistische partijen om de cirkel van fantasy-verhalen rond te maken. We zijn sinds de jaren 1980 reeds bezorgd over de opkomst van een beeldcultuur die stelselmatig een meer discursieve op het geprinte woord geënte samenleving vervangt. Toen schreef cultureel criticus Neil Postman zijn polemische sociologische klassieker Amusing Ourselves to Death over de invloed van televisie. Hierin beschrijft hij de negentiende-eeuwse debatten tussen Abraham Lincoln en Stephen A. Douglas. Douglas was drie uur aan een stuk aan het woord, en er werd voorgesteld om de rest van het debat te verdagen. Het publiek stemde hiermee in en kwam de volgende dag blijmoedig verder luisteren. Soms duurden de debatten zeven uur. Men kan het zich de dag van vandaag moeilijk voorstellen. De toehoorders waren nochtans geen buitengewone intellectuelen begiftigd met speciale aandachtsvermogens. En de debatten gebeurden vaak tijdens Amerikaanse pensenkermissen. In alle eerlijkheid weet ik niet of Amerikanen wel pensen aten op kermissen – er is iets aan een darm gevuld met varkensbloed dat ervoor zorgt dat het geen universele aantrekkelijkheid verwerft – maar er was dus een heleboel burlesk, populair vermaak rond het intellectuele steekspel.

Postman weet de vermindering van de aandachtsspanne en de ermee samengaande dalende vermogens om conceptueel iets meer ingewikkelde of veeleisende redeneringen te volgen aan het teloorgaan van de typografische geest. De school is voor de meeste mensen nog de enige plaats waar ze diepgaand begrijpend lezen, complexe redeneringen moeten zien opbouwen in een accurate textuele vorm, en argumenten en ideeën leren kennen die vaak ver van hun vertrouwde, veilige kring van vrienden en familie liggen. Dat de kunde in lees- en schrijftaken kraakt en piept doorheen recente tijden kan iedereen die een minuut les gaf aan groepen scholieren of studenten je sowieso vertellen. Technologie is onweerlegbaar een hoofdoorzaak van deze achteruitgang. Ik hoor meer en meer paniekerige verhalen binnen het onderwijs hoe chatGPT de definitieve doodsteek geeft aan de algemene vorming van de huidige generatie leerlingen. Er wordt door technocraten en liefhebbers van de technologische vooruitgang – “het is een tool” – steeds maar op gewezen hoe AI ook iets positiefs kan betekenen voor de leerervaring. Maar hoe dit nogal vage technologische laken dan concreet moet worden uitgeplooid blijft een absoluut mysterie. Vooralsnog stellen leerkrachten alleen vast dat andere programma’s die plagiaat moeten detecteren niet opgewassen zijn tegen dit digitaal geweld. Neoliberale politici zullen het vast leuk vinden dat de weerbarstige, zeurderige leerkrachten binnenkort minder relevant gemaakt kunnen worden door digitale AI-tutors. Tech die mensen vervangt, is sowieso altijd de natte droom van elke groei-voor-alles-liberaal, maar au fond spreken we wel over een verdere dehumanisering van de leerervaring. De talige en conceptuele armoede bij jongeren is niet hun fout. Zij groeien op in een samenleving waarin de trend weg van tekst gepaard gaat met de impliciete boodschap dat alles dat niet direct tot een “nuttige job” leidt, eigenlijk waardeloos is. Weg dus met scabreuze gedichten lezen in dode talen en filosofische essays schrijven over het dadaïsme, de nutslogica is genadeloos. De menswetenschappen zijn al een hele tijd ziek, maar het palliatieve team moet hen nu echt fysiek de hele dag bijstaan. Het voelt soms alsof we in de wereld van Ray Bradbury’s Fahrenheit 451 zijn beland, waarin literatuur illegaal is gemaakt.

En daar zit je dan als progressief politicus (m/v/x), of erger nog, als politiek medewerker. Je moet een genuanceerde boodschap brengen, maar je slaagt er niet in om de mensen tot voorbij de koppen en de eerste indrukken te loodsen. Ik wou eens graag de volledige versie van recente programma’s van de drie linkse, laten we maar aannemen dat ze dat zijn, partijen lezen. Tot mijn verbazing bleek dit geen eenvoudige opdracht te zijn, en zelfs via onze favoriete kapitalistische zoekmachine vond ik enkel deze van Vooruit, tweemaal 2019 en eenmaal dit jaar. De oogst? 288, 252 en 132 pagina’s. De programma’s van Vlaams Belang en N-VA uit 2019 bevatten een aanzienlijk minder aantal bladzijden, die allebei afklokken op ongeveer 100 pagina’s. Het Vlaams Belang schreef haar wereldvisie in koeien van letters rijkelijk geïllustreerd met de aankoop van een lading stockfoto’s. Kortom, rechtse partijen doen het altijd veel beter qua populistische manipulatie dan zelfs de meest volksmennende linkse politicus.

Bijna niemand gaat nog 288 pagina’s lezen. Liever kijken we naar eindeloze internetfilmpjes en televisionele praatbarakken. Zoals Pierre Bourdieu ons wist te vertellen in zijn werk Sur la télévision, is onze grootste nachtmerrie de saaiheid van de politiek en politici lopen rond met een compulsieve angst om het volk niet te kunnen vermaken. Dit terwijl, aldus Bourdieu, presentatoren worden opgevoerd om alle nuances te laten vermalen in het format van de demagogische simplificatie. We leven dan ook in een tijdperk waarin Ivan De Vadder ons evenveel weet bij te brengen als Kylie Jenner, beiden willen alleen hun celebrity status bestendigen. Kortom, alles is erop gericht dat we vooral niet te veel moeten nadenken. Het woord intellectueel heeft in arbeiderskringen reeds decennialang een vuile bijsmaak, omdat het voor veel werkende mensen impliceert dat iemand zich niet bezighoudt met waardevolle arbeid, maar slechts met het manipuleren van symbolische tekens. Vandaag lijkt die depreciatie van de intellectueel nagenoeg volledig de maatschappij in haar greep genomen te hebben. Het zijn nu simpelweg mensen die neerkijken op andere mensen, en ze zijn verdacht en raar in hun gehanteerd woordgebruik. Dat het mensen zijn die door hun harde werk een andere cognitieve stijl hebben ontwikkeld, hierdoor complexe verbanden kunnen leggen en tot andere deconstructies van macht en andere oplossingen komen, en dat ze dus ook een rol te spelen hebben in de ontvoogdende strijd, wordt helemaal vergeten of opzettelijk genegeerd.

Linkse politici die succes willen oogsten, lijken wel veroordeeld te zijn om hun boodschappen te verspreiden op een manier die weinig nuance toelaat – populisme met populisme bevechten. Ik schreef dat niemand nog 288 pagina’s zal lezen. Maar dat klopt niet helemaal. Fantasy- en thrillerverhalen worden wel nog verslonden. Die mogen zelfs duizend pagina’s tellen. Opnieuw vergen dergelijke boeken nu niet enorme denkkracht. Mijn vriend en activist Thomas Goorden heeft dat heel goed begrepen. Hij herschreef het nogal ingewikkelde PFOS-verhaal als een heldensaga in zijn boek Alles komt goed, met ‘De Kat’ als heldhaftig hoofdpersonage.

Dus lieve progressieve politici, hier is een idee: herschrijf jullie programma in de vorm van een fantasy-verhaal om te winnen van horden rechtse populisten. Je kan zelfs zo lui zijn als een gemiddelde scholier en chatGPT het werk laten doen. Ik geef even de voorzet: ik vroeg aan de AI om op basis van een van de politieke programma’s een fantasy-verhaal over een kwaadaardige trol te schrijven. Dit leverde het volgende op: “Diep in de mistige en sombere bossen van Belguria woonde een trol genaamd Thumm von Hellenia. Voor de buitenwereld leek hij vriendelijk en beminnelijk, maar achter die façade school een duistere waarheid. Thumm was geen gewone trol; hij was een meedogenloze fascist die heerste met een ijzeren vuist. Zijn donkere krocht was het hoofdkwartier voor zijn meedogenloze regime, waar hij zijn onderdanen onderdrukte en zijn vreselijke plannen smeedde.” Veel succes!