2020 was het jaar waarin politiegeweld weer hoog op de politieke agenda werd geplaatst. Zo waren er wereldwijd de BLM-betogingen in nasleep van de moord op George Floyd, de doodslag op Adil tijdens de eerste lockdown door een interventie van de politie, en ook de rechtszaak van Mawda – een tweejarige Koerdische vluchtelinge die stierf door een politiekogel – ging van start. Toch is er één gebeurtenis die tot mijn grote verbazing van de agenda verdween.
Deniz Agbaba (°1984) is voorzitster van Groen Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Ze groeide op in een Koerdisch arbeidersgezin te Genk. Op haar 19e verhuisde ze naar Brussel en behaalde een Master Agogische Wetenschappen aan de VUB. Gebeten door Brussel bleef ze in de hoofdstad wonen. Haar papa nam deel aan de vele mijnstakingen. Zelf had ze, vanwege armoede, een eerste job op haar 13de. Dat werd een inspiratiebron voor haar syndicaal engagement. Haar moeder bracht haar het Koerdisch activisme bij. Dat opende voor haar een wereld van Vrede, Pacifisme en Migratie. Ze is een verdedigster van een sociaal Europa en een aanpak van het klimaat op Europees niveau.
Zijn naam is Akram …
Of beter gezegd, zijn naam was Akram. Op zondag 19 juli 2020 doken beelden op via de sociale media van een gewelddadige politie-interventie met het overlijden van Akram als gevolg. De publieke verontwaardiging was enorm, maar dit verbleekte héél snel toen het nieuwsbericht werd verspreid dat Akram een Algerijnse man uit Molenbeek was, die daarenboven onder invloed van drugs was. De publieke opinie koos plots partij voor de politie. Deze karaktermoord smaakt des te meer zuur als je je bedenkt dat in dezelfde periode de leden van de studentenclub Reuzegom, verantwoordelijk voor de dood van Sanda Dia, erin slaagden hun naam en gegevens 18 maanden lang uit de pers te houden. We kunnen het verschil in socio-economische positie tussen de twee gevallen niet negeren. En daarom krijgt ook niet elk verhaal evenveel aandacht, wat maakt dat ik de drang voel om in mijn pen te kruipen. Ik voel mee met het verdriet van de moeder van Akram, want dit is niet de manier waarop je wil dat de wereld omgaat met de dood van je zoon. Ik voelde ook mee met Akram zelve. Iedereen zag hem dagenlang rondzwerven, beneveld door narcotica, maar niemand toonde enige menselijkheid door hem te benaderen en hulp aan te bieden. Straffer nog, de politie werd onmiddellijk ingeroepen om hem te arresteren als een crimineel, toen een café-uitbater een mineur dispuut had met Akram. Hij werd dus niet als hulpbehoevend aanzien, maar eerder als een ongewenst geval van “overlast”.
Maar hoe komt het dat de publieke opinie zo snel kentert, wanneer het een persoon betreft onder invloed van drugs? Wat is de reden dat de politie dan plots wel op bijval kan rekenen, ondanks dat er excessief geweld werd gebruikt? Is dat de manier waarop we omgaan met mensen met een verslavingsproblematiek in onze samenleving? Of zijn we zo beïnvloed door de Antwerpse “War on Drugs”? En kunnen we nog wel spreken over een “War on Drugs”, of moeten we het eerder beschouwen als een “War on Lives”? Bestrijden we de drugs of de mensen die slachtoffer zijn?
De “War On Drugs” van Antwerpen
Antwerpen voert een harde lijn tegen drugs sinds het aantreden van Bart De Wever als burgemeester in 2013. De stad is al jaren een draaischijf wat betreft de in- en doorvoer van cocaïne, en de georganiseerde misdaad tiert hierbij welig. Hierdoor volgden gewelddadige afrekeningen in het drugsmilieu, en laten we ook niet bijkomende vormen van criminaliteit vergeten. In 2018 schakelde Bart De Wever een versnelling hoger met de lancering van het fameuze “stroomplan”. Een plan waarbij verschillende gerechtelijke niveaus samenwerken, en waarbij men overstapte tot de oprichting van een gespecialiseerd KALI-team. Dit team bestaat uit lokale recherche van de Politiezone Antwerpen alsook de Federale politie. Hun missie is heel duidelijk: arresteer zo veel mogelijk “criminelen” en maak de stad schoon. En alsof dat niet genoeg was, startte begin september 2020 “operatie Nachtwacht”, waarbij Bart De Wever vol trots stelde dat het om de grootste veiligheidsoperatie van de afgelopen 20 jaar ging. En bij dergelijke nieuwe projecten horen uiteraard ook nieuwe budgetten. De “War on Drugs” werd volledig gemilitariseerd met onder andere de aankoop van “Bearcats”, beter gekend als bunkers op wielen. Deze gepantserde wagens zijn bestand tegen oorlogswapens en hebben een prijskaartje van €400.000 per exemplaar. Daarbovenop zal deze operatie honderden nachten duren, en men focust zich uitsluitend op Deurne en Borgerhout. Op de website van de politie van Antwerpen werd de balans opgemaakt van eerste twee weken. Er werden meer dan 2800 mensen, 2354 voertuigen en 69 panden gecontroleerd. De vraag is of dit ook daadwerkelijk bijdraagt aan het oplossen van de criminaliteit gelinkt aan het drugsmilieu in Antwerpen? Is het nodig om zoveel miljoenen te investeren in wapens, tanks en manschappen om een eind te brengen aan dit probleem?
Kritiek op Antwerpen en diens beleid
Het Antwerps Platform Sociale Middenveldorganisaties (APSMO) vreest dat met operatie “Nachtwacht” het geweld enkel maar zal verschuiven. Dit platform vraagt dan ook om meer aandacht te hebben voor eerstelijnswerkers. Het platform kaart ook de toename van etnisch profileren aan. Dit soort van profileren heeft nog nooit het probleem van criminaliteit opgelost. Sterker nog, het wakkert nog meer de problematiek aan. De Liga voor Mensenrechten stelt dat zestig procent van het politiewerk tot stand komt met de hulp van burgers. Systematisch etnisch profileren zorgt ervoor dat de broodnodige vertrouwensband hierdoor verbroken is. De politie zal daardoor dus minder kunnen rekenen op de burgers. Ook criminoloog Tom Decorte volgt al jaren de “War on Drugs” in Antwerpen op de voet, en hij is bikkelhard bij het opmaken van haar eindbalans: de cocaïnehandel in Antwerpen is na al die jaren totaal niet aan banden gelegd. Decorte stelt verder dat dergelijke repressieve aanpak enkel zorgt voor een verplaatsing of uitdunning van het probleem, maar niet leidt tot een structurele oplossing. Ja, repressief geweld creëert zenuwachtigheid bij criminelen, maar tegelijkertijd wordt elke vrijgekomen plaats snel ingevuld door een andere kandidaat. En de situatie creëert onzekerheid, wat maakt dat de winstmarges hoger worden. De investeringen van De Wever zijn dus verkwist belastingsgeld als het de bedoeling is om het probleem op te lossen. En het blijft een groot mysterie om welke bedragen het precies gaat sinds zijn aantreden als burgemeester.
Desalniettemin blijft Decorte optimistisch en ziet hij toch oplossingen voor de stad Antwerpen. Zo pleit hij voor de heroprichting van een parlementaire werkgroep rondom drugs zoals die reeds bestond in 1996. De conclusies van de werkgroep luidden toen al dat repressie enkel als laatste middel mocht ingezet worden. Allereerst moest men inzetten op preventie en hulpverlening. Deze analyse werd ook gemaakt door Portugal. Maar in tegenstelling tot België, ging deze Europese zuiderbuur aan de slag met de conclusies en vertaalde ze dit in een decriminaliseringsbeleid.
Dan stelt zich de vraag hoe het komt dat Bart De Wever volhardend blijft geloven in zijn militaristische aanpak? Deze vraag is pertinent wanneer je weet dat het Portugees model al 20 jaar lang haar vruchten afwerpt en het meest succesvol model is ter wereld.
Decriminalisering van druggebruik en drugsbezit in Portugal
In de jaren 1980 werd Portugal geconfronteerd met een ware golf aan heroïneverslaafden. Wel 1 op 100 Portugezen kampte met een verslaving. Dit had als gevolg dat snel daarna Portugal 1 van de hoogste graad van AIDS-besmettingen had in Europa vanwege het gedeeld gebruik van besmette naalden. Daarnaast bracht dit ook de nodige criminaliteit met zich mee. Dokter Alvaro Pereira begeleidde jarenlang verslaafden en bouwde een stevige expertise op rondom de problematiek in al zijn aspecten. Dit zorgde voor een ontwikkeling van een unieke aanpak, die zich niet baseerde op straffen van de gebruiker, maar op de uitbouw van aangepaste zorg, opvang en sterke sociale diensten. In tussentijd zat het Ministerie van Volksgezondheid met hun handen in het haar, want hun “War on Drugs” en hardline afkickprogramma’s boekten geen resultaten. Tot wanneer de aanpak van Pereira ook hen ter ore kwam. Het ministerie stelde Pereira aan als hoofd van een gespecialiseerd centrum. Tegelijkertijd kwam er in 1996 een beweging op gang die de oude drugswetten wilde herzien. Men zag in dat het louter hard aanpakken van drugsgebruikers tot de oplossing van druggerelateerde criminaliteit noch tot het stoppen van druggebruik leidde. De combinatie van deze twee factoren gaf aanleiding tot nieuwe wetsvoorstellen, en in 2000 werd het decriminaliseren van het bezit en gebruik van harddrugs een feit, met indrukwekkende resultaten als gevolg. De heroïnecrisis stabiliseerde zich snel, en de daaropvolgende jaren zag men dramatische dalingen in het aantal problematisch drugsgebruik, het aantal hiv- en hepatitisinfecties, het aantal sterfgevallen door overdoses, maar ook de druggerelateerde criminaliteit en het aantal opsluitingen daalde significant.
Portugal koos voor een resolute koers- én mentaliteitswijziging. Waar rechtse Portugese politici nog steeds droomden over een terugkeer naar de “War on Drugs”, zorgde deze wetswijziging ervoor dat er middelen werden beschikbaar gemaakt voor verschillende sociale diensten en niet voor meer voor politiemiddelen. Ook zorgde deze wetswijziging ervoor dat de verschillende diensten zoals gezondheidsdiensten, psychiatrie, werkloosheid, sociale huurwoningen, straathoekwerkers beter op elkaar werden afgestemd. Er kwam als het ware een verschuiving in de verdeling van publieke middelen, waarbij men koos voor minder politiemanschappen en meer sociale voorzieningen. Voor minder geweld en meer #DefundThePolice.
En laat dat nu net zijn waar Akram behoefte aan had. Geen KALI-team, maar een team straathoekwerkers. Geen Antwerpse Bearcat, maar een rit naar het ziekenhuis. En zeker geen politie-interventie, maar ‘slechts’ een vriendelijk woord van omstaanders, een helpende hand en glas water van preventiediensten, en wat meer Antwerpse warmte en menselijkheid.