“Nee, zo extreem, dat kan niet”, moeten we vaak denken bij wilde uitlatingen van Trump en zijn akolieten. En telkens opnieuw blijkt: jazeker, het kan. Dat is bijvoorbeeld het geval met het boek Unhumans of Onmensen van ene Jack Posobiec. Jack wie? Posobiec is een van de bekendste helden in Amerika’s bloeiende kosmos van ideeën over witte suprematie en complottheorieën. In dit geval betreft het een paranoïde hersenschim genaamd ‘Pizzagate’, of hoe men verkondigt dat kinderverkrachters, onder leiding van Hilary Clinton, hun perverse activiteiten uitvoerden in de kelders van een pizzarestaurant in de buurt van Washington. Totaal van het padje af, denk je dan, en dus te negeren, maar het boek van Posobiec wordt met een flaptekst aangeprezen door niemand minder dan de toekomstige vice-president van de Verenigde Staten, JD Vance.
De titel Onmensen verwijst naar alles wat zich ter linkerzijde bevindt van Posobiec en Vance. Linksen verdienen dus niet om aanzien te worden als mens, ze plaatsen zich buiten de menselijke soort, en vallen zo ongeveer samen met de categorie die in een ander tijdperk en een andere geografische omgeving Untermenschen werden genoemd. Erger nog: deze categorie van onmensen plaatst zich niet alleen buiten de menselijke soort, ze streeft er ook naar die te vernietigen. Het Kwaad – met hoofdletter – dateert van het einde van de Romeinse Republiek, vond een vervolg in de Franse Revolutie en het Communisme, en bestaat momenteel in de hedendaagse Democratie, die volgens de auteur “er nooit in is geslaagd de onschuldigen te beschermen tegen de onmensen.”
De lichtende politieke voorbeelden van Posobiec en zijn ghostwriter Joshua Lisec zijn communistenjager Joe McCarthy, de Spaanse dictator Franco en de Chileense couppleger Augusto Pinochet. Ook voor Vance en zijn medestrijders in de “Conservatieve Avant-garde” liggen de doelstellingen voorbij het liberalisme en de democratie. In 2021 stelde Vance, over wat hij de “meedogenloosheid van links” noemde, het volgende: “Als we ons ertegen willen verzetten, moeten we behoorlijk wild worden, behoorlijk ver daarbuiten, en in richtingen gaan waar veel conservatieven zich op dit moment niet prettig bij voelen.”
Vance echoot de gedachtewereld van zijn vriend en voormalig patroon Peter Thiel, een van de meest radicale techmiljardairs van Silicon Valley. Thiel is de oprichter van het internationale betalingssysteem Paypal, en tevens van Palantir, dat met financiering van de CIA software voor databeheer en diensten levert aan nogal wat regeringen en hun inlichtingendiensten, onder andere ook aan de Duitse politie. Palantir is partner in crime in de genocidaire oorlog tegen de bevolking van Gaza door de software te leveren waarmee het Israëlische leger doelwitten (te doden mensen) identificeert. Daarnaast is Thiel actief in de sector van de cryptomunten, die hij beschouwt als een middel om de hegemonie en de controle van staten in het geldverkeer te doorbreken. De bitcoin – of andere cryptomunt – is daarom het middel bij uitstek om een einde te maken aan de “uitbuiting van de kapitalist door de arbeider” (sic).
Voor Thiel en zijn geestesgenoten zijn democratie en liberalisme uitgeleefd en dus – zo zegt hij in een zeldzaam interview – “moeten we onszelf vragen stellen ver buiten het ‘Overton-venster’”, met andere woorden ver buiten de grenzen van wat het grote publiek aanvaardbaar acht. Thiel, Duitser van geboorte, haalt de mosterd bij onder andere Carl Schmitt, een intellectueel zwaargewicht binnen het nazistisch bestel. Het hoeft dus niet te verbazen dat in deze kringen van “conservatieve revolutionairen” de gedachte aan dictatuur, als een noodzakelijke stap tegen de huidige hopeloze toestand van decadentie, allerminst taboe is.
Thiel zelve is als overtuigde libertair ook voorstander van de monarchie, een moeilijk te verklaren spreidstand in het denken van een homosexueel die een lange geschiedenis heeft van strijd niet tegen maar vóór homofobie. In zijn tijd aan de prestigieuze universiteit van Stanford was Thiel mede oprichter van de Stanford Review, een militant conservatief blad dat campagne voerde tegen multiculturalisme, politieke correctheid en homoseksualiteit. In het blad verdedigde Thiel een collega-rechtenstudent, Keith Rabois, die besloot de grenzen van de vrijheid van meningsuiting op de campus te testen door buiten de woning van een professor te gaan staan en te roepen: “Flikker! Flikker! Ik hoop dat je sterft aan AIDS!”. Rabois zou later een van Thiels nauwste zakenpartners worden.
Dat techbonzen als Thiel en Musk voor Trump kiezen gaat over meer dan louter opportunisme. Ze hebben, zoals uit het voorgaande mag blijken, een ideologische achtergrond die naadloos aansluit bij de MAGA-filosofie. Voor Thiel en de zogenaamde Paypalmafia is niet de arbeider de slaaf van de kapitalist, maar omgekeerd, net zoals de Palestijnen niet de slachtoffers zijn van het zionisme, maar omgekeerd. De oorzaak van deze betreurenswaardige stand van zaken wordt gevonden in de democratie, en meer bepaald in de evolutie tot inclusie van vrouwen en minderheden, die in de ogen van Thiel vooral vanaf de jaren 1920 van het begrip “kapitalistische democratie” een oxymoron heeft gemaakt. Het kapitalisme bevrijden van het democratische keurslijf is daarom de boodschap.
In zijn recente boek When The Clock Broke ziet John Ganz een rechte ideologische lijn van de populistische dictatoriale gouverneur van Louisiana Huey P. Long over Richard Nixon, de voormalige Grand Wizzard van de Ku Klux Klan David Duke, Ronald Reagan, diens adviseur en later presidentskandidaat Pat Buchanan, de populistische miljardair Ross Perot tot Donald Trump. Die laatste belichaamt als het ware de kristallisatie van ideeën die broeiden vanaf de jaren tachtig van vorige eeuw, te beginnen met het presidentschap van Ronald Reagan en de cultuuroorlogen in de jaren die volgden.
Een van de geestelijke vaders van de conservatieven, die naar eigen zeggen “de klok” niet wilde “terugdraaien” maar kapotslaan, was Samuel Francis, journalist bij de ultraconservatieve Washington Times en huisideoloog van de Heritage Foundation, die ook vandaag in grote mate bijdraagt aan de ideologische fundering van het Trumpisme. Veel van Francis’ ideeën zijn dankzij Trump en zijn entourage momenteel tot volle wasdom gekomen. Francis en de denkers in zijn kielzog noemden zichzelf “paleoconservatieven”, in tegenstelling tot de “neocons” die meestal uit de Democratische stal kwamen en die in de jaren na Reagan het mooi weer maakten. De paleo’s verweten de neocons dat zij hun conservatieve ideeën wilden realiseren binnen de grenzen van de liberale democratie. De paleo’s wensten net die liberale democratie te slopen, omdat die in de weg staat van hun radicaalrechtse conservatieve revolutie. “Nu de democratie het communisme heeft omver geworpen”, schreef een van hen, “kunnen we ons concentreren op de vraag hoe we de democratie kunnen omverwerpen.”
Het ideaal van de paleo’s valt opvallend samen met het wereldbeeld van Thiel en zijn geestesgenoten: het Amerika van de jaren twintig en vroeger, inclusief de vreemdelingenhaat en het racisme van het Zuiden. Francis noemde het racisme van David Duke, de voormalige Grand Wizzard van de Ku Klux Klan, aanvaardbaar als zijnde “respectabel racisme.” De ideeën van de paleo’s – isolationisme, wantrouwen ten aanzien van de economische en politieke elite, witte suprematie, tegen immigratie en homorechten en alles wat later “woke” zou worden genoemd – stonden voorop in de presidentscampagnes van de man die ze moest vertalen in politieke macht: Pat Buchanan, voormalig adviseur van Nixon en Reagan. Buchanan moest het in de Republikeinse voorverkiezingen van 1992 en 1996 afleggen tegen Bush sr. en Bob Dole, die beiden later het onderspit moesten delven tegen Bill Clinton. De revanche kwam twee decennia later met Donald Trump.