8 aug 2024

Jordan Peterson en de mannelijke mythos

De Canadese klinisch psycholoog Jordan B. Peterson wordt door The New York Times beschouwd als “de meest invloedrijke publieke intellectueel in de westerse wereld op dit moment”. Door zijn tegenstanders wordt hij bekritiseerd als seksist, racist, klimaatscepticus en woke-basher. Aan de andere kant heeft hij een fervente fanbase: voornamelijk jonge mannen, die hem beschouwen als inspirator en  een gids in hun leven. Er zijn dan ook weinig actuele profeten die de huidige tijdsgeest zo goed weten te vatten als Peterson, wiens atavistisch pleidooi voor de heropleving van masculinistische waarden hem tot ideale goeroe voor conservatief-rechts heeft gemaakt.
Eva Vanhoorne is licentiaat Romaanse taal- en letterkunde en deed een postuniversitaire opleiding ‘communiceren voor organisaties’. Beroepsmatig heeft ze een communicatiebureau gespecialiseerd in energiezuinig bouwen en verbouwen. Als mens is ze vooral geïnteresseerd in mensen, meer bepaald in de verhalen die we onszelf en elkaar vertellen.

Van academicus tot internetberoemdheid

Het is bijna niet te geloven dat Jordan B. Peterson, tegenwoordig auteur van bestsellers waarvan miljoenen exemplaren werden verkocht, internetfenomeen met meer dan 7,5 miljoen YouTube-abonnees en meer dan 5 miljoen volgers op X (voorheen Twitter) en popfilosoof die zalen vult waar normaal gesproken rocksterren staan (zo liet hij in april vorig jaar nog Vorst Nationaal vollopen), het grootste deel van zijn carrière een doorsnee praktiserend klinisch psycholoog en professor in de psychologie is geweest.

Geboren en getogen in het Canadese Alberta in 1962, behaalde Peterson twee bachelor’s degrees in politieke wetenschappen en psychologie, gevolgd door een PhD in klinische psychologie. Na zijn tijd aan Harvard University keerde hij terug naar Canada in 1998 en werd hij professor psychologie aan de Universiteit van Toronto.

In 1999 publiceerde hij zijn eerste boek, “Maps of Meaning: The Architecture of Belief“, een dikke academische turf van 600 pagina’s die psychologie, mythologie, religie, literatuur, filosofie en neurowetenschappen combineerde om systemen van geloof en betekenis te analyseren. 

Hoewel het boek redelijk succesvol was, kreeg Peterson pas vanaf 2013 wijdverspreide aandacht. Het begon relatief eenvoudig, met Petersons zijdelingse hobby van het beantwoorden van vragen op het crowdsourcing-platform Quora. Hoewel de meeste vragen op Quora van praktische aard waren, zoals “Wat is de beste manier om snel gewicht te verliezen?” of “Wat trek ik best aan bij een sollicitatie?”, gebruikte Peterson het platform om grotere levensvragen te beantwoorden, genre “Hoe kan ik meer betekenis vinden in mijn dagelijkse leven?” of “Hoe kan ik goede oordelen vellen?”. Petersons antwoorden, gekenmerkt door zijn volkse stijl en directe motivatie, en zijn neiging om openlijk Social Justice Warriors en politieke correctheid te bekritiseren, leverden hem duizenden toegewijde volgers op.

In 2016 haalde Peterson de Canadese krantenkoppen toen hij openlijk verklaarde dat hij niet automatisch zou voldoen aan het wetsvoorstel C-16, dat genderidentiteit en -expressie toevoegde aan de lijst van verboden discriminatiegronden in de Canadese Human Rights Act. Peterson beweerde dat deze wetgeving hem zou verplichten om de voorkeursgeslachtsaanduiding van een student te gebruiken en dat hij anders strafrechtelijk vervolgd zou worden. Hij stelde dat dat een inbreuk op zijn vrijheid van meningsuiting zou zijn, en suggereerde dat de voorstanders ervan een totalitaire ideologie wilden promoten. “Ik ga geen linguïstisch terrein overdragen aan postmoderne neomarxisten”, vertelde hij een journalist. Hoewel de C-16-wet geen specifieke vermelding maakte van voornaamwoorden, ontving Peterson enorm veel media-aandacht, waardoor hij een steeds prominentere figuur werd voor mensen die opkwamen tegen wat zij zagen als de excessen van progressief links. 


Kort daarna, in februari 2017, werd hij geïnterviewd door podcasthost Joe Rogan. Dit interview, dat meer dan drie uur duurde en thema’s behandelde zoals persoonlijke verantwoordelijkheid, de betekenis van symboliek, de gevaren van ideologische extremen en de rol van vrije meningsuiting, werd al snel een van de meest bekeken afleveringen van de sowieso al extreem populaire Joe Rogan Experience. Het vergrootte Petersons bekendheid buiten Canada aanzienlijk en vestigde hem als een invloedrijke figuur in het publieke debat over controversiële onderwerpen.


Het hek was helemaal van de dam na een controversieel interview op het Britse Channel 4 met Cathy Newman op 16 januari 2018. Het gesprek, waarin Newman scherpe vragen stelde over feminisme, het patriarchaat en de loonkloof tussen mannen en vrouwen terwijl Peterson zijn standpunten fel verdedigde, ging al snel viraal onder de kop “Jordan Peterson leaves feminist speechless”. Opgetogen internetfans deelden memes en citaten als voorbeeld van hoe een slimme intellectueel een gehersenspoelde feministische dwaas overwon. Newman zelf ontving zoveel doodsbedreigingen dat ze hulp moest zoeken bij de politie. “Het was een semi-georganiseerde campagne, met duizenden beledigende tweets”, zei Newman daarover in een interview. “Het varieerde van de gebruikelijke ‘kut, trut, dom blondje’ tot ‘Ik ga ontdekken waar je woont en je executeren.’”

Rules for life

De echte doorbraak van Peterson kwam er op 23 januari 2018, de dag waarop zijn tweede boek “12 Rules for Life: An Antidote to Chaos” werd gepubliceerd. Prominent gepromoot met een wereldtournee, werd het het meest gelezen boek op Amazon ooit en schoot het al snel naar de top van internationale bestsellerlijsten. Idem dito met zijn derde boek “Beyond Order: 12 More Rules for Life”, dat Jordan in 2021 publiceerde.

Het zijn deze boeken, waarvan meer dan 10 miljoen exemplaren over de toonbank zijn gevlogen, net als het hele Peterson-imperium dat eromheen is ontstaan, met o.a. podcasts, betaalde online cursussen en een enorm aantal abonnees op het betaalplatform Patreon, die van Peterson een multimiljonair hebben gemaakt. Hij verdient naar schatting $95.000 per maand aan YouTube-inkomsten alleen en kan aanzienlijke vergoedingen vragen voor toespraken, vaak beginnend bij $50.000 per evenement.

Naast stinkend rijk, maakten zijn Rules for Life Peterson bovenal stinkend invloedrijk. ‘s Werelds toonaangevende kranten hebben hem uitgeroepen tot een van de belangrijkste levende denkers. The Times zegt dat zijn “boodschap overweldigend vitaal is,” en in The New York Times noemde David Brooks hem “de meest invloedrijke publieke intellectueel in de westerse wereld op dit moment” is. Peterson werd bestempeld als “de diepste, duidelijkste stem van conservatief denken in de wereld van vandaag”, en als een man “wiens werk hem voor eeuwen beroemd zou moeten maken.”

Succes bij jonge mannen  

Nochtans is het op het eerste gezicht niet meteen duidelijk waarom miljoenen fans – voornamelijk jonge mannen – zo in de ban zijn van Petersons zelfhulpboeken en breedsprakerige YouTube-preken die advies bieden dat hun moeder of vader hen ook had kunnen geven zoals “Ruim je kamer op”, “Wees exact in je taalgebruik”, “Sta rechtop met je schouders naar achteren”, enzovoort.

Akkoord, Peterson geeft strenge lezingen aan jonge mannen over hoe ze volwassen moeten worden en vormt daarmee misschien “een antwoord op de al te coulante opvoedingsstijl die sinds mei ’68 opgang heeft gemaakt”, zoals cultuurfilosoof Walter Weyns opperde, maar het praktische advies vormt slechts een deel van zijn verhaal, en is niet het belangrijkste.

Ook de aantrekkingskracht van Peterson toeschrijven aan het feit dat hij inspeelt op seksuele frustraties en het waargenomen verlies van status van (meestal) hetero (meestal) witte (meestal) mannen “die zich vaderloos voelen, eenzaam, zwevend in een chaotisch moreel vacuüm, voortdurend overtroffen en vernederd door vrouwen, achtervolgd door pijn en zelfverachting” en aan wie Peterson “assertiviteitstraining” zou bieden in een “samenleving die hen probeert te veranderen in geëmancipeerde sneeuwvlokken”, zoals de voornoemde David Brooks ook stelde, verklaart zijn succes slechts gedeeltelijk.

Wat vooral verbijsterend is aan Peterson, is de bijna religieuze invloed die hij uitoefent op zijn volgelingen. Zo is er een volgeling die in Petersons filosofie een soort grootse verenigende theorie zag die hem deed herontdekken wat religie voor hem betekende. “Alles hield ineens steek toen Peterson het verhaal van Adam, Eva en de slang bracht”, zei hij daarover. “Eva maakte Adam zelfbewust. Vrouwen maken mannen zelfbewust omdat ze de ultieme rechter zijn. Ik dacht, ‘Wow dit is echt waar.”

Daarnaast bestaan er boeken met verzamelde getuigenissen waarin bewonderaars getuigen hoe ze van hun geloof vielen en Petersons werk omarmden als vervanging daarvan, of hoe Petersons werk hen ervan weerhield om zelfmoord te plegen. “Deze man is een geschenk van God’” schrijft een fan. En een andere fan laat noteren, over het moment dat hij een fysiek exemplaar van Petersons boek tegenkwam, dat “ik het in mijn handen wilde houden en de betekenis ervan een paar minuten wilde overdenken, alsof het een Gutenberg-Bijbel was.”

Orde versus Chaos, mannelijk versus vrouwelijk

Het grote verhaal dat Peterson brengt lijkt in eerste instantie bedrieglijk eenvoudig. Cultuur, zo stelt hij, is altijd al een strijd geweest tussen Orde – de gedragsregels en wetten van onze samenleving, discipline, traditioneel gezien als mannelijk – en Chaos – het onbekende, het transcendente, de mogelijkheid, maar ook de destructieve krachten van de natuur, traditioneel gezien als vrouwelijk.

Volgens Peterson draaien alle grote mythen, legendes en religieuze verhalen om een titanische strijd tussen die mannelijke en vrouwelijke krachten. Er is een bestaande Orde die wordt bedreigd door Chaos en uiteindelijk wordt hersteld tot een nieuwe Orde. De dichotomie mannelijk versus vrouwelijk wordt door mensen dan ook diep verlangd.

Maar in het moderne tijdperk, zo stelt Peterson, zijn mensen deze dualiteit uit het oog verloren. In een tijd waarin, aldus Peterson, jongens kunnen “besluiten om” meisjes te zijn, mannen niet langer rechtop staan om “mannen te zijn” en vrouwen hun “voorbestemde rol” als verzorger verlaten, zijn we het contact verloren met de fundamentele dichotomieën die het bestaan structureren, waardoor identiteiten en contrast hun betekenis verliezen.


Nochtans zijn er volgens Peterson fundamentele biologische en evolutionaire realiteiten die aantonen dat mannen en vrouwen fundamenteel verschillend zijn en zich ook zo moeten gedragen. Mannen in het bijzonder zouden zijn voorgeprogrammeerd om deel te nemen aan hiërarchieën gebaseerd op dominantie, waarin er duidelijke winnaars en verliezers zijn.

Hij illustreert dit met het voorbeeld van kreeften. Al honderden miljoenen jaren strijden kreeftenmannetjes om macht, territorium en status, en strijden kreeftenvrouwtjes om machtige mannetjes. Telkens wanneer een kreeft wint in een confrontatie, verhoogt dit zijn serotonineniveau, waardoor hij zich zelfverzekerder voelt en meer kans maakt om de volgende confrontatie te winnen. Dit leidt tot een hogere status in de kreeftenhiërarchie. Topkreeften, die bovenaan de hiërarchie staan, pronken met hun dominantie rond hun territorium en jagen ondergeschikte kreeften uit hun schuilplaatsen ‘s nachts, alleen maar om hen eraan te herinneren wie de machtigste is.


Dus door rechtop te staan, hun kamer op te ruimen, enz. om de Orde opnieuw te omarmen en om hun dominante eigenschappen te cultiveren, kunnen mannen terugkeren naar de langverwachte oerstaat, waarin mannen wisten hoe ze mannen moeten zijn, aldus Peterson.

Atavistisch gedachtengoed

Het discours van Jordan Peterson sluit aan bij een gedachtegoed dat tegenwoordig steeds meer aan populariteit wint, namelijk het atavisme. Oorspronkelijk een biologisch begrip dat verwijst naar het terugkeren van kenmerken of eigenschappen van voorouders in nakomelingen, wordt de term in bredere zin gebruikt in de sociologie, filosofie en politiek om de neiging aan te duiden om terug te grijpen naar traditionele waarden, gebruiken en ideeën als reactie op moderne ontwikkelingen.


Tegenwoordig zien we het atavistische gedachtegoed duidelijk terug in fenomenen als de belofte van “Make America Great Again“, de opkomst van “Trad Wives” – vrouwen die streven naar een huiselijk leven volgens traditioneel orthodoxe christelijke waarden, waarbij ze zich richten op het huishouden en de zorg voor hun gezin -, van de “manosphere” – een online gemeenschap van mannen die hun eigen masculiniteit onderzoeken en vaak discussiëren over genderdynamiek en sociale kwesties – , en van de “incel-beweging” – een subcultuur van “onvrijwillige celibatairen” die vaak misogynie en extreme ideeën over genderrelaties propageren.

Maar atavisme is uiteraard geen nieuw fenomeen. Al sinds Nietzsche heeft het moderne reactionaire gedachtegoed een obsessie met een denkbeeldig, ongespecificeerd, agrarisch verleden: een mythische tijd waarin mannen mannen waren en vrouwen vrouwen, en mensen handelden in overeenstemming met hun biologische en hiërarchische bestemming. In al deze narratieven wordt eveneens betoogd dat de mensheid is afgedwaald van haar beoogde doel doordat de mannelijke menselijke natuur – de fundamenteel “heroïsche telos” van de krijger – onderdrukt werd door de feminiserende kracht van een “sclerotische beschaving”. 

Volgens Nietzsche vertegenwoordigde het christendom deze onderdrukkende kracht met zijn “slaafse moraal” en zijn “ondermijnende en onnatuurlijke verheerlijking van zwakte”. Tegenwoordig is het echter niet het christendom dat beschuldigingen van degeneratie voedt. Moderne atavisten beweren dat hedendaagse stromingen zoals het feminisme, moreel relativisme en “woke” cultuur hebben geleid tot een soortgelijke slaafse moraal, die ze met een scheldwoord “cuck-moraal” noemen, en tot de onderdrukking van de “natuurlijke” mannelijke krijgersidentiteit.

Wetenschappelijke ondersteuning?

Centraal in het nieuwe atavistische project staan de verwerping van progressivisme en politieke correctheid, die door sociaal-rechtvaardigheidsstrijders worden beschouwd als valse goden, en de afwijzing van het idee dat we onze eigen identiteiten kunnen kiezen of vormen, of dat de samenleving dit voor ons kan doen. Moderne atavisten pleiten daarentegen voor biologisch determinisme, het genderbinaire, en natuurlijke hiërarchieën als fundamenten voor menselijk floreren.

Heel wat moderne atavisten vinden weerklank bij de leden van het zogenaamde “Intellectual Dark Web” (een losse overkoepelende term voor een groep publieke intellectuelen, waaronder niet alleen Jordan Peterson, maar ook atheïstische auteur Sam Harris, conservatieve commentator Ben Shapiro en psycholoog Steven Pinker, die beweren dat hun “politiek incorrecte” standpunten over ras, gender en seksualiteit hen hebben verbannen uit de “progressieve mainstream media”) om hun eigen atavistische opvattingen als ‘wetenschap’ te horen verkondigen, en die van ideologische of politieke tegenstanders als ‘onwetenschappelijk’ of zelfs ‘gevaarlijk’ te horen worden afgedaan. 


Zo bekritiseerde Steven Pinker in “The Blank Slate: The Modern Denial of Human Nature” progressieve ideeën die stellen dat ras, gender en seksualiteit van buitenaf worden opgelegd. Hij betoogt dat deze ideeën ons scheiden van de dierlijke basis van wie we werkelijk zijn. “Er is misschien geen almachtige God die de regels bepaalt voor hoe we ons moeten gedragen”, zo stelde Pinker, “maar er is nog steeds de natuur, die ons geboden geeft die we allemaal moeten volgen – of ontkennen op eigen risico.” Daarbij ontkent Pinker zelf de enorme impact van sociale structuren, culturele normen en historische contexten op menselijk gedrag en ontwikkeling, zoals verschillende critici al hebben tegengeworpen. 

Een vergelijkbare houding vinden we terug bij Vlaamse (SKEPP-)filosofen zoals Griet Vandermassen. Zij beschuldigen sociale wetenschappers van onwetenschappelijkheid en pleiten voor evolutionaire psychologie als zogenaamd enige wetenschappelijke vorm van psychologie. Wanneer ze hierop kritiek krijgen, suggereren ze via misleidende krantenkoppen zelfs dat de evolutieleer aan universiteiten in twijfel zou worden getrokken. En dat terwijl ze er zelf een zeer reductionistische visie op het Darwinisme op nahouden en Vandermassen in haar werk “Darwin voor dames”  wetenschappelijk gebrekkige tot zelfs pseudowetenschappelijke verklaringen gebruikt om de biologische determinatie van sekseverschillen aan te tonen, zoals o.a. door Loes Stukken duidelijk is aangetoond.

Alle kritieken ten spijt blijven figuren als Pinker en Vandermassen fungeren als schijnbaar wetenschappelijke doorgeefluiken voor een conservatieve ideologie waarbij ze de huidige maatschappelijke orde op een almaar virulentere en almaar reactionairdere manier gaan verdedigen. Want waarom zouden pakweg vrouwen zichzelf moeten emanciperen, of waarom zouden wij als maatschappij vrouwen als gelijkwaardig aan mannen moeten behandelen, als hun ondergeschikte rol ingebakken zit in hun natuur, maar we dat gewoon niet meer beseffen door al die “progressieve praatjes die in onze hoofden gestoken zijn”?

Er moet dan ook ingegrepen worden, vinden moderne atavisten zoals Peterson. Zo zei hij bijvoorbeeld over Alek Minassian, die in 2018 een aanslag pleegde in Toronto waarbij tien doden en vijftien gewonden vielen: “Hij was boos op God omdat vrouwen hem afwezen.” De oplossing die Peterson zonder verpinken naar voor schuift bestaat uit “gedwongen monogamie”. Voor hem is het dan ook een logische oplossing. Anders zullen vrouwen alleen maar gaan voor de meest hooggeplaatste mannen, legt hij uit, en dat zou uiteindelijk geen van beide geslachten gelukkig maken.”

Spirituele honger

Petersons tegenstanders proberen zijn verhalen vaak te ontkrachten met logische argumenten, maar dat heeft weinig zin. Logica is niet waar het bij Peterson om draait, noch bij zijn miljoenen aanhangers. Zij zoeken een profeet. Peterson vervult die rol perfect.

Al vanaf “Maps of Meaning” is duidelijk dat Peterson zich perfect bewust is van de spirituele leegte in het Westen en actief probeert die leegte te vullen. “In een spiritueel vacuüm”, schrijft hij, “zijn er altijd individuen die zich een weg naar de oppervlakte banen, bezeten door archetypische beelden van numineuze aard.” Deze bezeten individuen gaan zich vervolgens identificeren met die archetypische beelden en “worden zo profeten en hervormers”.


Dat Peterson zichzelf zo’n profeet en hervormer voelt, blijkt uit de bijna kosmisch grootse epigraaf die hij koos voor “Maps of Meaning”: “Ik zal bekendmaken wat sinds de grondvesting van de wereld verborgen was. – Matteüs 13:35”. En in een brief aan zijn vader die hij opnam in zijn boek, zegt hij eveneens: ‘Ik weet het niet, papa, maar ik denk dat ik iets heb ontdekt waar niemand anders enig idee van heeft, en ik weet niet zeker of ik het recht kan doen. De reikwijdte ervan is zo breed dat ik op elk moment slechts delen ervan duidelijk kan zien, en het is buitengewoon moeilijk om het in geschrift begrijpelijk te maken…”

Peterson kapitaliseert op de culturele kracht van mythen en beelden en legt mensen uit waar ze de balans tussen Orde en Chaos kunnen vinden en hoe ze zelf Orde uit Chaos kunnen scheppen. Want God zelf gaat de Orde niet herstellen. “We hebben God vermoord”, zo citeert Peterson zijn held Nietzsche. “Is de grootsheid van die daad niet wat te groot voor ons? Moeten we zelf geen goden worden, simpelweg om die daad waardig te zijn?” Wanneer een individu zich op de grens van Orde en Chaos begeeft, handelt God via het individu in de moderne wereld”, zegt Peterson in “Maps of meaning.”


Maar vooral zijn twee “12 Rules for Life”-boeken spelen handig in op het feit dat veel Westerlingen stuurloos zijn en behoefte hebben aan betekenis, doel, gemeenschap en ritueel. Peterson begrijpt hoe religies functioneren en weet dat het niet genoeg is om een paradijselijke wereld te schetsen. Een succesvolle religie of mythe moet ook praktische richtlijnen bieden voor het leven. Precies daarom dat Peterson mensen met zijn regels aanspreekt in een mix van nuchtere en wetenschappelijk ogende taal enerzijds en religieuze taal anderzijds. 


Zie bijvoorbeeld de eerste van Petersons Rules: “Sta rechtop, met je schouders naar achteren.” In essentie is dat advies van Petersons gebaseerd op neurobiologie. Hij stelt dat onze houding onze hersenchemie beïnvloedt, waardoor rechtop staan waarschijnlijk resulteert in een verhoogde afgifte van serotonine. Volgens Peterson heeft evolutie geleid tot de dominantiehiërarchie, waar ons zenuwstelsel gevoelig op reageert. Zich aan de onderkant van deze hiërarchie bevinden, heeft zowel fysieke als neurologische effecten. De hippocampus, die onze emotionele gevoeligheid afremt, krimpt en de amygdala, die onze emotionele gevoeligheid verstrekt, vergroot. Het aannemen van de houding van iemand aan de top van de hiërarchie kan onze hersenen misleiden en leiden tot een verbeterde gemoedstoestand. We worden er kalmer en emotioneel veiliger door. We slapen beter, denken beter en leven langer. We voelen ons beter en functioneren sociaal beter.

Maar dan gaat Peterson vanuit het neurobiologische de metafysische tour op. “Rechtop staan met je schouders naar achteren betekent de verschrikkelijke verantwoordelijkheid van het leven aanvaarden, met wijdopen ogen. Het betekent besluiten om vrijwillig de Chaos van mogelijkheden om te zetten in de realiteiten van bewoonbare Orde. Het betekent het dragen van de last van zelfbewuste kwetsbaarheid, en het aanvaarden van het einde van het onbewuste paradijs van de kindertijd, waar eindigheid en sterfelijkheid slechts vaag worden begrepen. Het betekent bereid zijn om de offers te brengen die nodig zijn om een productieve en betekenisvolle werkelijkheid te genereren (het betekent handelen om God te behagen, in de oude taal)”, zo klinkt het.

“Zet je in om het Koninkrijk Gods op Aarde te realiseren. Dat is zowel een staat als een staat van zijn”, zegt Peterson. “In het domein van de orde gedragen dingen zich zoals God het bedoeld heeft” zegt hij ook. Elk individu heeft dus de verantwoordelijkheid Orde uit Chaos te scheppen. Op die manier, zo klinkt het, zal de lezer een gevoel van betekenis en doel herontdekken die het Westen heeft verloren en die de ogenschijnlijke zinloosheid van het leven opnieuw zin geven. “Veel dingen vallen op hun plaats wanneer je de wereld op deze manier bewust begint te begrijpen. Het is alsof de kennis van je lichaam en ziel in lijn komt met de kennis van je intellect.”

Traditionalisme is de nieuwe tegencultuur

Naast op de spirituele honger naar betekenis, speelt Peterson ook sterk in op de behoefte aan ‘identiteit’ en groepsverbondenheid. In Petersons geval: aan identificatie met een groep Petersonieten waarin de veiligheid van het behoren tot een gemeenschap gecombineerd wordt met de opwinding van een gevoel van transgressie en culturele rebellie.

Peterson slaagt er meesterlijk in om de gedachte te verspreiden dat atavisme intrinsiek een vorm van verzet is en het omarmen van traditionele waarden intrinsiek een vorm van opstandigheid is. Een YouTube-lezing getiteld “Growing Up and Being Usefull is The New Counterculture” maakte die gedachte zelfs expliciet.

De hedendaagse wereld is verdorven, moreel in verval en decadent, aldus Peterson. Toch hij biedt een uitweg uit deze duistere realiteit; door zijn volgers aan te sporen hun traditionele rol als hoeders van orde te omarmen door hun kamers op te ruimen, zelfdiscipline aan te kweken en de verantwoordelijkheid voor hun leven te nemen – handelingen die stuk voor stuk afgeschilderd worden als tegendraads en heldhaftig binnen een cultuur die collectief gefeminiseerd zou zijn geraakt en de traditionele mannelijke deugden zou hebben verworpen.

Laat je niet misleiden door het naïef optimisme van progressieve ideologieën, het leven is lijden, zegt Peterson. Het is een reeks meedogenloze machtsstrijden, waar de sterken zegevieren en de zwakken worden gemarginaliseerd. Peterson dringt er bij jonge mannen op aan om boven het alomtegenwoordige slachtofferschap uit te stijgen. “Stop met klagen,” spoort hij aan. “Geef anderen niet de schuld.” Hij spreekt jongemannen aan op hun avontuurlijkheid en moedigt hen aan om risico’s te nemen. Je mag het jezelf niet te gemakkelijk maken. Hij benadrukt dat zijn volgers hun leven moeten leiden met discipline, moed en zelfopoffering.


“Velen zijn letterlijk aan het sterven voor een woord van aanmoediging,” zei Peterson over zijn aanhangers. “Ik ben dat woord van aanmoediging.” Peterson profileert zichzelf als een krijger en als moedige strijder die bereid is zijn leven en zijn loopbaan op het spel te zetten om politieke correctheid te trotseren en ‘de libs’ te verslaan. En vele van zijn volgers hebben Petersons kreeftenanalogie ter verdediging van de ‘natuurlijke’ hiërarchie en het patriarchaat omarmd als symbool van veerkracht en vastberadenheid. Precies daarom dat je bij volgers van Peterson vaak kreeftenafbeeldingen op hun kleding ziet opduiken, of op accessoires, zoals pins of patches: als symbool van persoonlijke kracht en doorzettingsvermogen in het licht van moeilijkheden. De kreeft is voor de Petersoniet wat het kruis is voor de christen.

Gelijkenissen met Julius Evola 

De mix van atavisme, het aanspreken van een spirituele honger naar betekenis en het vermengen ervan met het idee van ‘opstandige traditionalist’, die Peterson zo typeert, vertoont opvallende gelijkenissen met Julius Evola, een rechtse Italiaanse filosoof en modernistisch-occulte schrijver uit het midden van de 20ste eeuw.

Net als Peterson, populariseerde Evola de hoofdletter-T-versie van het Traditionalisme als een occult fenomeen en bracht hij atavistische ideeën naar voren als een soort philosophia perennis: een primitieve en eeuwige spirituele waarheid waarvan hij geloofde dat de samenleving was afgedwaald maar die hij aan zijn ingewijden opnieuw wilde openbaren. En net als Peterson, maakte ook Evola in werken als “Opstand tegen de moderne wereld” zijn doelen expliciet met tegenculturele termen. Waar Peterson de kreeft als symbool gebruikt, gebruikte Evola – cf. zijn werk “De Tijger berijden” – de tijger als een symbool van kracht, moed en onverschrokkenheid, en als representatie van het streven naar spirituele verheffing en het overwinnen van aardse beperkingen.


Evola bekritiseerde het Westen omdat het volgens hem “het gevoel van bevel en gehoorzaamheid, van actie en contemplatie, van hiërarchie, van spirituele macht, van mens-goden” had verloren. Voor hem was het Westen niet langer een levend lichaam van symbolen, goden en rituelen, maar eerder een verloren entiteit, beroofd van zijn natuurlijke verbinding met het spirituele en symbolische. Hij verlangde naar herstel van een heilige Orde waarin geestelijk en wereldlijk gezag één zouden moeten zijn, omarmde het mannelijke ideaal van de strijdlustige, viriele krijger en zag in het fascisme, met name dat van Mussolini, een kans om de idealen van de verheven Romein, gekenmerkt door mannelijkheid, moed en deugd, nieuw leven in te blazen en om het traditionele hiërarchische en autoritaire gezag te herstellen – iets wat hij als essentieel beschouwde voor de spirituele en sociale regeneratie van de samenleving.


Hoewel Evola regelmatig kritiek leverde op het fascisme (wel vooral op het feit dat hij het niet radicaal en spiritueel genoeg vond) en zich nooit committeerde aan partij- of staatsfuncties omdat hij het fascisme eerder als instrument zag om zijn eigen filosofische en spirituele doelen te bereiken dan als een perfecte politieke beweging, werd hij beschouwd als het intellectuele brein achter diverse neofascistische groepen die verantwoordelijk werden gehouden voor terreuraanslagen. Hij was een inspiratiebron voor naoorlogse stromingen zoals Radicaal Traditionalisten, Nieuw Rechts, Conservatief Revolutionairen en derdepositiegroepen, en ook Trump-adviseur Steve Bannon laat Evola’s naam vaak vallen.

“Welcome aboard the ARC”

Ook van Peterson moet worden gezegd dat hij zich herhaaldelijk heeft gedistantieerd van het expliciete racisme en seksisme van de alt-right, en dat zijn politieke opvattingen aanzienlijk gematigder zijn dan die van veel andere moderne atavisten. Desondanks wordt Petersons politieke kleur steeds duidelijker zichtbaar en zijn inmenging in politieke kwesties steeds groter.

Een voorbeeld hiervan is zijn betrokkenheid bij de oprichting van een alternatief voor het World Economic Forum (WEF), dat door sommigen als een “linkse samenzwering” wordt beschouwd. Dit alternatief, de Alliance for Responsible Citizenship (ARC), bekritiseert wat zij “de overdreven focus op sociale rechtvaardigheid en klimaatactivisme” noemen. Het is bedoeld om te lobbyen voor beleid gebaseerd op het behoud van de waarden uit onze Joods-Christelijke geschiedenis en de bescherming van de traditionele samenleving tegen tal van “schadelijke dreigingen”, variërend van “klimaat-wokeism” tot de dreiging van massa-immigratie. In november 2023 vond de eerste conferentie van ARC plaats in Greenwich, Engeland, waar Peterson en prominente rechtse en extreemrechtse politici van over de hele wereld samenkwamen om een conservatieve reactie op liberale elites te bespreken en plannen te maken voor een “revolutie”.

“Onze samenlevingen staan op een keerpunt”, staat er op de website van ARC te lezen. In een bijbehorend filmpje, “Hope in the Age of Permacrisis”, richt Peterson zich tot ‘de mannen en vrouwen van gezond verstand en vrije wil’. Hij hoopt dat zij zich zullen aansluiten bij ARC om “deconstructivistische theorieën” te verslaan en populaire, eschatologische vertellingen van ineenstorting te bestrijden. Onze samenleving is aan het verbrokkelen, zo zegt Peterson, maar er ligt hoop in onze tradities. Petersons woorden worden vergezeld van beelden van bloemenvelden, spelende kinderen, en kerkjes, gevolgd door een shot van een man die op de top van een berg staat, starend naar de oneindige afstand over gouden mist en wolken doorschoten met zonnestralen. Het eindigt met een shot van Jordan Peterson die recht in de camera kijkt en zegt: ‘Welcome aboard the ARC.’. Met ARC lijkt Peterson dus koers te zetten naar directe politieke invloed, met een duidelijke oriëntatie naar rechts.
Wat links-progressief van Peterson kan leren

Wat Peterson en andere atavistische narratieven op verschillende manieren doen, is twee belangrijke sensaties bieden. Ten eerste die van het mythische: het idee van goed versus kwaad, van Orde versus Chaos, waardoor de wereld intrinsiek betekenisvol wordt, je het gevoel krijgt te weten wie the good guys en the bad guys zijn en je een gevoel van doel en richting krijgt. Ten tweede is er de sensatie van deelname aan een beweging die zowel veiligheid als (tegen)culturele opwinding biedt. Of dat althans pretendeert. Want wanneer deel uitmaken van een zogenaamde tegenbeweging waarin traditioneel zijn voorgesteld wordt als tegencultureel zijn, is de ironie natuurlijk dat veel jonge, heteroseksuele blanke mannen die zichzelf als verzetsstrijders zien vanwege hun “politieke incorrectheid”, weinig meer doen dan de status quo bestendigen. 

Dat rechtse bewegingen hier zo effectief op kapitaliseren heeft vooral te maken met “de introductie van de esthetiek in het politieke leven” waar rechtse bewegingen al lang mee worden geassocieerd, zoals de Duitse cultuurcriticus Walter Benjamin in zijn essay “Het kunstwerk in het tijdperk van zijn technische reproduceerbaarheid” beschreef.  Waar linkse bewegingen werken door te pleiten voor “het beïnvloeden van de eigendomsstructuur” van het kapitalisme, schrijft hij, bieden rechtse bewegingen, die hun hoogtepunt bereiken in het fascisme, de massa’s de kans om “zichzelf uit te drukken” terwijl ze de sociale orde grotendeels intact laten.

In de context van het Traditionalisme met hoofdletter T slaat die esthetisering op het proces waarbij individuele politieke grieven worden verheven tot spirituele proporties en gewone mensen de kans wordt geboden zichzelf voor te stellen als behorend tot een wereld van helden en goden.  We zien dit tot uiting gebracht bij bijvoorbeeld Mussolini, die in zijn manifest uit 1932 de fascistisch beweging als volgt voorstelt: “Fascisme is een religieuze opvatting waarin de mens wordt gezien in zijn immanente relatie met een superieure wet en met een objectieve Wil die het individu overstijgt en hem verheft tot bewust lidmaatschap van een spirituele samenleving.”  En nog: “Het fascisme respecteert de God van ascese, heiligen en helden, en het respecteert ook God zoals geconcipieerd door het ingenu en primitieve hart van het volk, de God tot wie hun gebeden worden opgeheven.”

Het is noodzakelijk dat links-progressieven het racisme, het seksisme en het reactionair gedachtegoed dat door narratieven als die van Peterson wordt gevoed veroordelen. Maar om het tegen te gaan, is het essentieel om te begrijpen waarom dergelijke narratieven zo effectief zijn. Wat mensen als Peterson begrijpen, is dat mensen fundamenteel behoefte hebben aan betekenisvolle verhalen, vooral in seculiere tijden waarin die verhalen schaars zijn. En hoe cruciaal symbolische, mythische categorieën zijn.

Vooral rechts is er vandaag de dag sterk in om met behulp van digitale technologie verhalen te creëren en te verspreiden. En de mythische kwaliteit van “Orde versus Chaos” als verhaal, overstijgt elke plaats of tijd. Maar links-progressief kan daarvan leren. Onder andere leren om ‘hoe de mens werkt’ niet te verengen tot het materiële, want zo ontstaan er heel wat blinde vlekken over de drijfveren van mensen. Mensen streven ook – en misschien zelfs bovenal – naar een gevoel van zinvolheid. En mythes en verhalen zijn cruciaal in het vormgeven van de menselijke ervaring. Ze fungeren als ‘werelden’ van betekenis, zoals de Franse filosoof Paul Ricoeur stelde, waarin we onze eigen ervaringen en emoties kunnen projecteren en waarmee we ons kunnen identificeren. Ze hebben het vermogen om complexe concepten en ideeën op een toegankelijke en symbolische manier uit te drukken. En ze bieden een raamwerk waarmee we de menselijke conditie kunnen verkennen, inclusief thema’s als goed en kwaad, identiteit, vrijheid en lot.

Hopelijk staan er op links-progressieve zijde dus gauw betere verhalenvertellers op.