Grace Ndiritu is een Brits-Keniaanse beeldend kunstenares, filmmaakster en schrijfster. Ze studeerde textielkunsten aan de Winchester School of Art (VK) en vervolledigde haar opleiding in De Ateliers (Amsterdam). Haar kunst richt zich op de transformatie van onze hedendaagse wereld. Haar films Black Beauty en Becoming Plant werden geselecteerd voor prestigieuze filmfestivals, waaronder de 72e Berlinale en het BFI London Film Festival (2022). Haar werk is te bezichtigen in museumcollecties zoals The Metropolitan Museum of Art (New York), LACMA (Los Angeles), Migros (Zürich), The British Council (Londen) en The Modern Art Museum (Warschau). Ndiritu pleegde invloedrijke bijdragen over experimentele kunst en essays omtrent museale cultuurpolitiek, gepubliceerd bij verschillende internationale uitgevers. Op uitnodiging van het S.M.A.K. nam Ndiritu een jaar lang residentie terwijl de instelling werkte aan de bouw van een nieuw museum in 2030. Een gelegenheid waarbij ze haar hypothesen op de toekomst van het museum kon aftoetsen. Met meer dan veertig video’s, textiel, fotografie, performances, schilderijen en architecturale ruimtes organiseerde S.M.A.K. tijdens deze residentie een mid-career tentoonstelling Healing The Museum.
Interview met Grace Ndiritu, afgenomen door Frederik Van Driessche.
Het delen van je gedachten en werk met onze lezers is niet alleen een blijk van dankbaarheid voor de lezing ‘Psyche & klimaat’ die ik als activist en psychoanalyticus mocht organiseren tijdens jouw expositie Healing The Museum in het S.M.A.K. (2023). We delen dezelfde betrokkenheid over samenlevingsvraagstukken. Veel burgers, ook niet-activisten, hopen dat onze immer veranderende wereld zal evolueren naar een meer sociale en duurzame samenleving. Maar hoe realiseren we deze ‘beweging naar’? Sommige kunstenaars kunnen deze veranderende wereld heel accuraat ‘aanvoelen’, zonder de censuur eigen aan vele tijdgenoten. Jij behoort tot die groep kunstenaars met jouw concept COVERSLUT©. Kan je dit even uitleggen?
Het hele punt van het maken van kunst is voor mij proberen dingen te maken die niet dogmatisch zijn, die over politiek en spiritualiteit gaan, maar die praktische toepassingen kunnen hebben, zoals COVERSLUT©.
Ik ben opgegroeid in activistische middens. Mijn moeder was een feministe. Zij en haar vrienden richtten een groep op genaamd Women In The Third World – Afrikaanse en Engelse vrouwen die protesteerden tegen apartheid en opkwamen voor het multiculturalisme. Thuis waren we spiritueel behoorlijk open van geest. Ik ging naar een katholieke school, terwijl ik niet katholiek ben, maar we hadden evengoed thuis boeken die het boeddhisme en hindoeïsme uit de doeken deden. Dus zowel het politieke als het spirituele aspect waren steeds aanwezig in mijn leven.
Maar toen ik naar de kunstacademie ging, raakte ik erg gefrustreerd. De meeste studenten waren niet politiek geëngageerd. Ze waren meer geïnteresseerd in het abstract expressionisme of andere laatmodernistische stromingen dan in het veranderen van de wereld. Ik vond het dus best lastig om mij te aarden in dat soort milieu. Het was behoorlijk frivool om op de kunstacademie te zitten, ook al volgde ik textielkunst en niet de schilderkunst! Pas toen ik klaar was met studeren en in India de Dalai Lama beluisterde, die een lezing hield over ‘sociaal profijtelijke’ activiteiten, maakte ik een klik in mijn hoofd. Ik dacht: “Wauw, misschien zou mijn kunstpraktijk op de een of andere manier een ‘sociaal profijtelijke’ activiteit kunnen zijn!”. En zo kwam het kunstgedeelte van COVERSLUT©, mijn mode- en economisch project. COVERSLUT© is het eerste ‘pay what you can’ modemerk ter wereld. Ik lanceerde het in 2018 bij De Koer in Gent, als een democratisch merk dat spreekt over democratie, klasse, ras en genderkwesties. Ik werkte met migranten, vluchtelingen en jonge kunstenaars om verschillende collecties te maken en verkocht ze vervolgens als ‘betaal wat je kunt’. Het geld zou vervolgens terugvloeien naar COVERSLUT© om nieuwe ecologische collecties te creëren.
Jouw eigen analyse van sociale en culturele veranderingen, inclusief klimaatverandering, is geïnspireerd door geschiedenis, religie en animistisch-sjamanistische rituelen. Hoe zie jij jouw bijdrage aan toekomstige gemeenschappen?
Kunst is tegenwoordig, vooral na de pandemie, veel politieker en stimulerender geworden. Mensen begrijpen het belang van het werken met grassroots-gemeenschappen, wat ik al heel lang doe. Dergelijke gemeenschappen hebben een plaats in de wereld in het algemeen, maar zeker in de kunstwereld. Ik beschouw mezelf niet als een activismekunstenaar, ook al beoefen ik activisme. Echte activisten zouden sterven voor hun zaak. Mijn pad loopt via spiritualiteit en kunst, ook al ben ik nog steeds erg politiek ingesteld. Een voorbeeld hiervan is de sjamanistische performance die ik in 2018 in Brussel deed, na de bomaanslagen, waaraan ik heb gewerkt met medewerkers van de VN, het EU-Parlement en de NAVO, maar ook met vluchtelingen en migranten. Dat was een door-en-door politiek project, omdat verschillende tegengestelde groepen bij elkaar werden gebracht en een dialoog werd gecreëerd met behulp van het sjamanisme. Het was mijn manier van denken over het helen van trauma, met behulp van kunst, meditatie, charisma en voedsel.
Het sjamanisme is voor jou, als ik het goed begrijp, een manier om bruggen te slaan, om te verbinden wat voorheen enigszins losgekoppeld geraakte. Hoe zie jij zelf de praktijk van het sjamanisme?
Ik gebruik het sjamanisme in mijn eigen leven, maar in de kunstwereld gebruik ik het alleen als politiek instrument. Het gebruiken als entertainment interesseert mij niet. Het is echt krachtig, en ja, ik fungeer als een brug. Jarenlang had ik een goeroe en verschillende leraren. Ik leerde navigeren doorheen verschillende groepen van de spirituele wereld. Zodanig heb ik een manier ontwikkeld om tegengestelde stemmen met elkaar te verbinden. Ik heb een jaar in Texas gewoond. Ik ben, denk ik, een links, democratisch persoon, maar ik woonde in een Republikeinse staat en ik heb daar echt genoten van mijn tijd. Daar zit mijn opvoeding zeker voor iets tussen. Mijn moeder volgde een training in Waarheids- en Verzoeningsstudies (‘Truth and Reconciliation Studies’) toen ik tien jaar oud was. Dus de idee van genezen en samenzijn met mensen, het creëren van een interculturele dialoog, van het luisteren naar verschillende standpunten, is erg belangrijk voor mij. Als persoon en als kunstenaar.
‘Verbinden’ is vandaag – ook omtrent klimaat – een interessante kwestie. Sommige stemmen delen het idee dat de wereld zich niet langer ‘verbonden’ voelt. Fanon benadrukte aan de andere kant dat psychische aandoeningen ‘verbonden’ zijn met de politieke, ecologische, sociale en economische structuur van onze realiteit. Als mensen internaliseren we onze buitenwereld. Zijn we dan niet behoorlijk verbonden met deze realiteit, ook al ‘voelen’ we die niet? Aan de andere kant hebben we waarschijnlijk altijd in een bepaalde politieke en culturele crisis gezeten, waarmee we om dezelfde reden verbonden zijn. Wat denk je dat de westerse wereld cultureel verloren heeft?
In 2016 deed ik een sjamanistisch optreden in Parijs bij Les Laboratoires d’Aubervilliers, in de context van een conferentie over geestelijke gezondheidszorg. Ik citeerde er Fanon: “De mens is een sociaal wezen; factoren als politieke conflicten, sociale spanningen en economische stress beïnvloeden zijn geestelijke gezondheid. Dergelijke factoren zijn minstens zo belangrijk als biologische factoren”. Fanon spreekt over vervreemding en onderdrukking. Deze symptomen weerspiegelen de fragmentatie van onze collectieve geest. En die toestand van de collectieve geest uit zich in de vernietiging van het milieu, massale menselijke migratie en mondiale terreurdaden. Onze collectieve geest valt uiteen.
De ‘collectieve geest’ is datgene wat ons individueel met elkaar verbindt. Er bestaat de rationele geest, de dingen waar we consensus over hebben. Als je een bal oppakt en laat vallen, bestaat er zoiets als zwaartekracht. We hebben gezamenlijk besloten dat de lucht blauw is. Maar er bestaat ook een onbewuste collectieve geest. We hebben collectieve trauma’s. Dingen zoals de Holocaust, de slavernij, de burgeroorlog in Amerika, de Spaanse inquisitie, maar ook wat er nu aan de hand is in Israël en Gaza. Dat zijn collectieve trauma’s en ze komen terug. Alle kwesties rond Black Lives Matter van de afgelopen jaren zijn reflecties van de spoken van de burgeroorlog die nog steeds niet zijn opgelost.
Voor mijn performance in 2016 werd ik geïnspireerd door de Truth and Reconciliation Commission die tussen 1996 en het einde van de Apartheid in Zuid-Afrika plaatsvond. Ik heb ervoor gezorgd dat zowel de slachtoffers als de vervolger elkaar op een gelijkwaardig platform konden ontmoeten. Normaal gesproken is het behoorlijk gepolariseerd als je mensen met tegengestelde opvattingen bij elkaar brengt. Maar voor mijn performance heb ik iedereen in een cirkel gezet en hen meegenomen op een sjamanistische reis. Dit was geestelijke gezondheid genezen, een zeer krachtige ervaring! Onze problemen van vandaag zijn eigenlijk de terugkeer van de trauma’s uit het verleden. Die zullen blijven terugkeren als we ons niet concentreren op het genezen ervan.
We leven in een Freudiaanse wereld. We hebben van Freud geleerd dat de mens irrationeel is, dat hij een angstig wezen is. Zijn inzichten beïnvloedden reclame en public relations door het idee dat mensen gecontroleerd moeten worden. We moeten ons voeden met advertenties, zodat we onzinnige dingen kopen. We worden dom gehouden. Jung, anderzijds, was meer gericht op het holisme. Hij erkende het belang van inheemse culturen. Ik zie ze als de twee hersenhelften, Freud links en Jung rechts. Het allerbelangrijkste is het in evenwicht brengen van die twee hersenhelften. Dit kan op verschillende manieren: door middel van meditatie, yoga, enig gebruik van psychedelica, wandelen in de natuur, muziek maken, creativiteit of dromen. Dat is de manier waarop je nieuwe oplossingen voor problemen zult vinden, door de hersenhelften in evenwicht te brengen.
De focus van mijn kunst is om dit samen met het publiek te doen. In de performance waarover ik zonet vertelde gingen de mensen van onder meer het EU-parlement, de migranten en de vluchtelingen, bijvoorbeeld allemaal samen op een sjamanistische reis. Eén lid werkte op de terreurafdeling van het EU-parlement. Er was een rechter bij van het Hooggerechtshof, een man van de NAVO. Één van hen, die op het Ministerie van Buitenlandse Zaken werkte, was zo ontroerd door wat ze zag rond klimaatvluchtelingen, dat ze besloot een paper voor het Parlement te schrijven en een denktank op te richten, die zich richtten op het veranderen van de wet zodat vluchtelingen die naar Europa komen zich op ‘klimaatredenen’ kunnen beroepen.
Terwijl je al deze mensen bij elkaar brengt, heb je een bepaald idee over de breuklijnen en de rijkdommen waarmee je zou willen werken, nietwaar?
Precies. We moeten reageren door middel van dialoog, maar niet alleen op rationele wijze. Het gaat ook om het fysiek samenzijn, de lucht delen, de adem delen, emoties delen. In de westerse wereld is de scheiding tussen lichaam en geest zo sterk. Dat moet hersteld worden. Minstens 75% van de wereld gelooft in God of in iets groters, of beoefent een soort animisme of spirituele praktijk. Het grootste deel van de wereld heeft feitelijk voorouderlijke verwantschap, voorouderlijke kennis. Dat de westerse wereld, met zo’n homogene macht, door middel van technologie en imperialisme moet dicteren wat er in de wereld moet gebeuren, is eigenlijk behoorlijk gevaarlijk in dat opzicht.
De allereerste keer dat we elkaar ontmoetten, tijdens een Tegenlicht-bijeenkomst die we organiseerden in de Vooruit (VierNulVier), begreep ik meteen hoe serieus je bent in je benadering van de behoeften en tekortkomingen van de mens, zijn verlangens en worstelingen.
Ik dacht dat het over George Monribot ging, over het klimaat. Net als David Van Reybrouck zijn ze allebei in zekere zin klimaatactivisten. Ik voel me behoorlijk verbonden met hun werk, maar ik probeer het op grotere schaal te bekijken.
Ik ben geïnteresseerd in het idee van zeven generaties, het inheemse idee van diepe tijd: alles wat we uitvoeren moet gespreid zijn over zeven generaties. Op dit moment hebben we een crisis in musea. Het grote publiek begrijpt de waarde van een museum niet meer. Sommige mensen willen ze sluiten, anderen vinden dat een vorm van restitutie moet plaatsvinden. Ik ben erg geïnteresseerd in het idee om een nieuw museum geboren te laten worden. Letterlijk, door vrouwen en hun ongeboren kinderen. Dit houdt een proces in dat hen in staat stelt zich een andere toekomst voor zichzelf en de aarde in het algemeen te schetsen. Wanneer vrouwen die visionaire reis maken en contact maken met hun toekomstige kinderen, vinden ze normaal gesproken de zielsnaam van hun ongeboren kinderen. Na de bevalling brengen ze hun kinderen terug naar het museum. Er is dus reeds een ingebouwd publiek met een diepe band met het museum als veilige ruimte. Dat is mijn idee over het gebruik van ‘healing’, als een vorm van institutionele kritiek, vooral binnen musea, in termen van publiek in meervoud.
Dit idee ontstond in 2012. Ik had het gevoel dat musea aan het uitsterven waren en zich politiek en energetisch los maakten van wat er in de echte wereld gebeurde. En dus heb ik geprobeerd verschillende manieren te vinden om mijn ideeën aan het publiek te tonen. Ook buiten de kunstwereld. Toen ik in 2018 de sjamanistische performance in Brussel deed met het EU-Parlement, organiseerde ik ook een conferentie waar ik een sjamaan, een arts en leden van het Parlement liet debatteren over de vraag of het sjamanisme een nieuw onderdeel van het gezondheidszorgsysteem in Europa zou kunnen worden, net als mindfulness en meditatie. Het is heel belangrijk om deze dingen op grotere schaal te bekijken.
Als je het hebt over sjamanistische praktijken, probeer je opnieuw verbinding te maken met de echte wereld waarvan we vervreemd zijn. Dat is een serieuze daad.
Binnen het sjamanisme bestaan er verschillende werelden. Er is de onderwereld, de middenwereld en de bovenwereld. De onderwereld gaat over emoties en relaties, de natuur en dieren. De middenwereld lijkt erg op deze wereld, de realiteit waarin we leven, maar er is meestal één ding dat ontbreekt of verkeerd is. En er is de bovenwereld met onze planetaire systemen, de lucht, het grotere geheel. Ik gebruik alle verschillende werelden, maar wat ik als kunstenaar aan de wereld te bieden heb, heeft te maken met verbinding maken met de natuur, het proberen de lagere en de middenwereld te beïnvloeden. Het gaat over spirituele waarden. De meeste bevolkingsgroepen in de wereld hebben spirituele waarden, maar in de westerse wereld heerst een ‘dode aarde’ logica. Alles is dood en er is alleen dit leven. Daarna ben je dood. Er is geen idee van reïncarnatie, er is geen idee van animisme. Je kunt dus dingen exploiteren, vanuit het milieu kun je gewoon dingen extraheren. En dat geldt ook voor ons als mensen.
Het idee van virtualiteit of AI gaat eigenlijk allemaal om productief zijn, zonder respect voor de natuur en het sjamanisme. Wij hechten geen waarde aan spiritualiteit of diepe esoterische praktijken. Denk aan wellnesscultuur of mindfulness. Er zijn veel vormen van meditatie met veel verschillende effecten op de geest. Maar de ‘wellnesscultuur’ heeft besloten zich te concentreren op mindfulness. Mensen denken dat het gaat om het genezen van depressies door gezond te zijn. Maar dat heeft eigenlijk niets met spiritualiteit te maken. Om gelukkig te zijn, moet de menselijke psyche in balans zijn. Je hebt wel ‘technieken’ nodig die je helpen een hele mens te zijn, maar spiritualiteit is iets anders. Spiritualiteit kan louterend zijn, maar het kan ook heel ongemakkelijk zijn. Het kan donkere en diepgaande processen initiëren. Daarom heb je een goeroe of een leraar nodig als je deze rituelen gebruikt; dit zijn dingen die je niet zomaar uit een boek kan leren.
Ik ken mensen die zichzelf een psychose hebben bezorgd door thuis kundalini-yoga te beoefenen, omdat ze het ritueel niet begrijpen. Het is alsof je een waterval of een geiser van energie opent, zonder dat je lichaam stabiel genoeg is om zoveel energie op te nemen. Hetzelfde geldt voor psychedelica. In de plantengeneeskunde sta je, of je de plant nu wel of niet inneemt, in contact met de geest van de plant. Dat weten alle inheemse volkeren. Westerse mensen nemen gewoon de plant, of een gesynthetiseerde versie ervan. Dit is zeer verschillend van de ervaring van een feitelijk ritueel proces.
Dit brengt mij terug bij wat belangrijk is als het om musea gaat, om de manier waarop we kunst verzamelen. Omdat wij het waarderen. Eerst financieel, dan cultureel en pas ten laatste spiritueel. Er zijn veel objecten in etnografische musea, zoals totempalen, andere Indiaanse en inheemse kunst, die niet in het museum thuishoren. Die objecten zijn gemaakt met het oog op een ritueel. Ze moeten buiten staan, aan het weer onderhevig. Ze moeten bij de gemeenschap zijn. Dat is de enige manier waarop het object zijn bestemming kan vervullen. De geest van het object heeft een particuliere macht en zijn eigen lot, net zoals alle mensen. Je kunt het alleen tegemoet treden als je nog steeds verbonden bent met diens natuurlijke spirituele waarde.
Dat doet mij denken aan jouw concept van het Museum of the Future en jouw vier principes voor Healing The Museum. Het is ontegensprekelijk een noodzakelijk begin, maar wat is er volgens jou nodig om de principes ook op de lange termijn te handhaven?
Ik ben geïnteresseerd in het gebruiken van meer boeddhistische principes om nieuwe manieren van denken te vinden. Als een organisatie het sociale veld rondom zich positief wil beïnvloeden, moet ze het loslaten van het eigenbelang in praktijk brengen. Dat is uiteraard controversieel, omdat het kapitalisme zegt dat organisaties puur bestaan voor eigenbelang en het maken van winst. Dat is het idee van het neoliberalisme, nietwaar? Wat kunnen we doen nu we ons in het laatkapitalisme bevinden en de valkuilen van het hyperkapitalisme zien? Ik probeer het boeddhisme en andere manieren van denken te gebruiken om te zien hoe we deze structuren kunnen gebruiken. Dus begon ik na te denken over hoe ik het gedrag van de massa in een instelling kon beïnvloeden.
Wat wordt vertaald in de vier principes?
Ja, precies. Het eerste principe, ‘geen toxische werkplek meer’, gaat over empathisch luisteren naar de praktische en energieke behoeften van collega’s, vooral van degenen met minder macht in de organisatie. Het tweede principe, ‘geen corruptie meer’, gaat over het ontstaan van positieve en spontane wijzen van organiseren, die alleen ontstaan als opdrachtgevers en bedrijven musea en instellingen fondsen toesteken zonder daar iets voor terug te verwachten. Ze kunnen niet vragen naar hun naam op de muur. Er bestaat niet zo’n machtsdynamiek waarin musea en curatoren gebonden zijn aan hun mecenas. Het derde idee, ‘geen isolatie meer’, betekent dat de accumulatie van positieve inspanningen alleen maar zal groeien door op lange termijn te werken met inheemse en diasporagemeenschappen waaruit objecten in de eerste plaats afkomstig zijn – zoals in etnografische musea, het Afrika Museum in Tervuren bijvoorbeeld. En ten slotte dacht ik na over het principe ‘geen degradatie meer’, hoe de ecologische voetafdruk van een organisatie op de lange termijn verzorgd wordt door alleen te werken met bedrijven die zich aan deze ethische normen houden.
Dezelfde ideeën kunnen worden toegepast op bedrijven. Er zijn mensen die beslissingen nemen die gevolgen hebben voor miljoenen mensen. Stel je voor dat ze de ideeën van ‘geen giftige werkplek, corruptie, isolatie en degradatie’ beginnen te begrijpen. Het is alsof je moet voeden. Ik geloof in het idee om een virus in het systeem te zijn. Net zoals je activisten op straat nodig hebt, heb je mensen binnenin nodig die daadwerkelijk de machthebbers veranderen.
Denk aan plastic verpakkingen. Als je miljoenen objecten maakt, veroorzaken ze enorme vervuiling. Deze bedrijven lijken monolithisch, maar bestaan slechts uit individuen. Stel je voor, als je de individuen bereikt, vooral degenen aan de top, en je verandert in hun denken dat winst niet alleen over monetaire winst gaat, maar eigenlijk ook over menselijke winst. Hetzelfde zou in het museum moeten gebeuren.
Jij startte dit proces van Healing the Museum in het S.M.A.K. in Gent. Zijn er institutionele veranderingen die genezing op lange termijn kunnen garanderen?
In S.M.A.K. interviewde ik ongeveer 40 van de 50 medewerkers op alle afdelingen, van het bedrijfskantoor tot de schoonmakers. Ik wilde het museum begrijpen, hoe zij zichzelf en anderen zien. Het S.M.A.K. beschouwt zichzelf over het algemeen als een familiemuseum, in de zin dat al het personeel elkaar kent. Maar met het nieuwe museum dat ze in 2030 willen bouwen, zal het personeelsbestand in omvang verdubbelen, net zoals de omvang van het museum ook zal verdubbelen. Dat betekent dat mensen zich nu al zorgen maken over hoe hun sociale relaties zich zullen materialiseren. Daarom werd ik uitgenodigd voor een residentie. Ik besloot het meer als een therapeutische residentie te beschouwen, samen met het personeel achter de schermen.
Op dit moment ga ik een stap verder door een roman te schrijven, geïnspireerd door die tijd in het S.M.A.K. en soortgelijke ervaringen. Ik heb een conferentie gedaan voor ICOM, de International Council of Museums. Zij bepalen de norm voor ‘wat een museum is’. Ik deed een geleide meditatie rond het Museum of the Future. Dit was voordat ze vorig jaar de betekenis van het museum veranderden. Ik heb twee essays geschreven, getiteld Healing the Museum (2016) en Ways of Seeing a New Museum, for Planet Earth (2017). Deze werden door veel museumdirecteurs gelezen. Op die manier geraakte ik betrokken bij dit enorme restitutieproject rond het terugsturen van gestolen voorwerpen naar Afrika. Het was een pan-Europees project met een groep museumdirecteurs, curatoren, kunstenaars, activisten en academici; een samenwerking tussen Afrika en België, Frankrijk, Italië, Duitsland, etc. We bespraken daarbij het idee van restitutie, geïnspireerd op mijn essay uit 2016.
Beide essays werden intussen zelfs gelezen binnen de tentakels van de Duitse federale overheid. Ik weet dat mijn ideeën de juiste soort mensen beïnvloeden en nu ben ik geïnteresseerd in het volgen van de voetsporen van de Dalai Lama (lacht). Je weet dat veel spirituele mensen en spirituele leiders naar Davos zijn gegaan of voor het bedrijfsleven hebben gewerkt. Zij hebben geprobeerd de economische machthebbers te laten begrijpen dat het leven op aarde, het mens-zijn, holistisch is en niet alleen maar om geld verdienen draait. Ik denk dat dit uiteindelijk de kwaliteit van leven voor iedereen ten goede komt, als dat evenwicht er komt.