In oktober vorig jaar protesteerden Gentse burgers spontaan een week lang iedere avond aan het stadhuis tegen de vorming van een nieuw stadsbestuur. De onderhandelingen gingen naar hun aanvoelen in tegen de uitslag van de verkiezingen. Was dit burgerprotest een anachronisme of een uiting van de weerbaarheid van de stedelijke democratie?
Terwijl nationale (welvaart)staten de voorbije decennia steeds duidelijker op grenzen stoten in de aanpak en omgang met de groeiende diversiteit en aanhoudende armoede, ontstaan kansen voor steden om hierrond eigen initiatieven en beleid te ontwikkelen. Stedelijke politiek is (potentieel) anders dan staatspolitiek. Een stedelijke samenleving kan zich moeilijker wegsteken achter grenzen en ziet zich vaker gedwongen om rekening te houden met burgers die zich in al hun diversiteit steeds op andere manieren organiseren.
De lezing is een pleidooi om steden ernstig te nemen als broeihaarden voor een andere democratische politiek, een politiek waarbij overheid en middenveld samen werk maken van vernieuwend sociaal beleid en de organisatie van solidariteit in diversiteit.
***
Stijn Oosterlynck
Stijn Oosterlynck is hoogleraar stadsociologie aan de Universiteit Antwerpen. Hij is lid van het Antwerp Urban Studies Institute en het Centre for Research on Environmental and Social Change (CRESC). Hij is ook wetenschappelijk directeur van het Hannah Arendt Instituut over Burgerschap, Stedelijkheid en Diversiteit in Mechelen. Hij doceert en doet onderzoek naar armoede en diversiteit in steden, het maatschappelijk middenveld en de relatie tussen steden en nationale (welvaarts)regimes.