Interview afgenomen door Niels Morsink
We hebben het genoegen gehad om Eric Bauwens te interviewen. Bauwens schreef recent het werk Vader Anseele: Edward Anseele (1856-1938), politicus, ondernemer, mythe. Gentenaar Eric Bauwens schreef al twee boeken over stadsgenoten. In 2018 verscheen een biografie over Malvina Bovy, een Gentse operazangeres, en in 2019 zag al een korte biografie over Gentse cabaratière Hélèné Maréchal het levenslicht. Een biografie over één van de grootste Gentenaars kon niet ontbreken. Aktief vond Eric Bauwens in – jawel – Gent voor een gesprek over politicus, ondernemer en mythe: Edward Anseele.
Waarom moeten mensen Anseele opnieuw ontdekken?
Anseele gaf vorm aan Gent en aan het moderne België. De meest zichtbare nalatenschap vinden we in het gebouwenpatrimonium van Gent. “Het onroerend rood,” zoals dit door Guy van Schoenbeek werd bestempeld, bestaat onder andere uit de prachtige arbeiderspaleizen zoals De Vooruit. Natuurlijk is niet één man hiervoor verantwoordelijk, maar Gent zou er nooit zo hebben uitgezien zonder Anseele.
Anseele was ook betrokken bij de opbouw van het moderne België. Zo lag hij mee aan de basis van de verzuiling door de oprichting van een parallelle arbeiderswereld met een eigen economie, cultuurtempels en zelfs eigen begrafenisdiensten. De andere zuilen zijn ontstaan als reactie op de socialisten. Ook bij het invoeren van het algemeen meervoudig stemrecht en het enkelvoudig stemrecht speelde hij een voorname rol.
Anseele werd geboren in 1856, hoe zagen België en Gent er toen uit?
Gent was in Vlaanderen de meest geïndustrialiseerde stad. De ondernemer Lieven Bauwens beriep zich erop dat hij van Gent het tweede Manchester had gemaakt. Het verpauperde Gent bestond uit kleine stinkende riviertjes en arme steegjes. Het was een tijd van extreme armoede en analfabetisme. Ziektes braken om de haverklap uit. In 1866, Anseele is dan 10 jaar, sterven bijna 3000 mensen aan de cholera. In België was Leopold I toen nog altijd koning en er liepen nog heel wat mensen rond die de revolutie van 1830 hadden meegemaakt. De overgrote meerderheid van de bevolking had niets te zeggen en leefde onder de knoet van de kerk. Ze konden niet stemmen en zich niet verenigen omwille van het coalitieverbod.
Waar moeten we Anseele ergens in dit Gent situeren?
Anseele groeide op aan de Sint-Jacobskerk, waar hij zelfs even misdienaar was. Men heeft het altijd weggemoffeld, maar Anseele was van iets betere komaf. Hij kon studeren, wat in die tijd uitzonderlijk was, en dat wijst op het iets meer welgestelde milieu waarin hij opgroeide. Al doet er wel een legende de ronde dat hij kon studeren, omdat zijn vader de kinderen van de prefect uit een brand zou hebben gered. Die prefect zou dan in ruil een kennis, François Laurent, hebben aangesproken, die voor de studies van Anseele en de andere kinderen had betaald. Later is, middels een tussenkomst van Anseele, een standbeeld voor François Laurent in Gent opgericht.
Hoe komt Anseele vanuit die betere komaf bij de socialisten terecht?
Het is niet duidelijk hoe hij met de Internationale in contact was gekomen. In 1874 ging hij naar voordracht van Paul Verbauwen, de voorzitter van een weversorganisatie die Vooruit heet. Anseele raakte dermate onder de indruk van diens toespraak, dat hij zich terstond bij de Gentse sectie van de Internationale aansloot.
Daar wordt hij al snel een belangrijk figuur?
Hij was tot de vierde humaniora naar school geweest, hij kon lezen en schrijven. Hij had zelfs een beetje handelsrekenen en boekhouden gestudeerd. Ook zijn organisatietalent viel al snel op, waardoor hij de secretaris werd. Na een aantal maanden gaf de organisatie hem al de verantwoordelijkheid om de boekhouding te controleren. Daarnaast deed hij de verslaggeving van vergaderingen. Uit onderzoek van die verslagen blijkt dat hij zelf steeds vaker tussenkwam. Omdat hij ook Frans sprak, verzorgde hij de correspondentie met andere organisaties.
Wat is de rol van Anseele bij de oprichting van de Belgische Werkliedenpartij in 1885?
De BWP is het resultaat van heel wat mislukkingen. Het internationalisme of socialisme bestaat op dat moment uit tientallen organisaties, die allemaal een eigen ideologietje koesteren. Bij de stichting zijn er een zestigtal organisaties betrokken. Het is geen ledenpartij, maar een versnipperd allegaartje van groeperingen. Er waren al verschillende pogingen gedaan om al die organisaties te verenigen, maar die waren stukgelopen op onder andere meningsverschillen tussen Vlamingen en Walen. Als men nu zegt dat er twee verschillende democratieën zijn, dan was dat toen zeker het geval. Omdat er met de anarchistische en revolutionaire Walen geen compromis kon worden gevonden, richtten de Vlamingen in 1877 dan maar de Vlaamse Socialistische Arbeiderspartij op. Het Vlaamse socialisme was tot 1918 het Gentse socialisme, en als Edmond Van Beveren de kapitein was, dan was Anseele de luitenant. Zij zijn erin geslaagd om de Vlaamse socialisten te verenigen.
César De Paepe verenigde de Franstalige Brabanders in 1878. Die fuseerden dan met de Vlaamse socialistische arbeiderspartij, en vormden samen de Belgische Socialistische Partij; de Waalse metaal en de steenkoolbekkens kregen ze niet georganiseerd. In 1885 werd alsnog de BWP opgericht, maar de Franstaligen scheurden zich spoedig af. Na het falen van hun initiatief, de Parti Socialiste Republicain, kwamen ze noodgedwongen weer terug naar de partij.
Daarmee keren de Waalse socialisten terug naar het reformisme. Anseele heeft ook een belangrijke rol gespeeld in de evolutie van het aanvankelijke anarchisme van de Belgische afdeling van de Internationale naar het reformisme. Hoe speelde hij dat klaar?
De Internationale bestond uit allemaal losse afdelingen die in dezelfde richting dachten, maar zonder uniforme ideologie. De Gentenaars waren de eerste in België die de stap zetten naar het reformisme, omdat er toevallig enkelen onder hen Duits spraken. Zij lazen de krant van de Duitse sociaaldemocraten, en raakten daardoor geïnspireerd. Die Duitse socialisten hadden dan al heel wat bereikt. Zo zaten ze reeds in het parlement. Anseele en Van Beveren overtuigden langzaam de Vlamingen en alle Belgische arbeidersbewegingen om in die voetsporen te treden.
Het anarchisme heeft op dat moment een stevige klap gekregen door de val van de Parijse Commune (1871). In zijn memoires beschrijft Paul De Witte hoe groot de teleurstelling was. Dat zal een rol hebben gespeeld in het afstand nemen van het anarchistisch gedachtegoed en het omarmen van het reformisme.
Hoe wordt Anseele bekend bij het brede publiek?
Aangezien hij Frans sprak, samenvattingen kon maken en brieven schrijven, werkte hij als secretaris en afgevaardigde voor de Internationale. Zo raakte hij in socialistische kringen al snel bekend. Bij het brede publiek brak hij door wanneer zijn tegenstanders hem gevangen hadden gezet. Hiermee maakten zij een blunder van formaat. Anseele was allesbehalve een revolutionair. Zijn tactiek was steeds om de mensen met toespraken op te ruien, om vervolgens zich aan een panikerende elite als verzoener te presenteren. In 1886 braken er in heel België onlusten uit. De BWP, die nog maar enkele maanden bestond, werd hierdoor overrompeld. Anseele maande de partij aan om zich kalm te houden, maar tegelijkertijd bestempelde hij de koning als volksmoordenaar nummer één. Daar kwam niet onmiddellijk reactie op, maar na een tijd besliste het parket om hem alsnog te vervolgen. Aangezien majesteitsschennis een politiek misdrijf is, werd de zaak een assisenproces, wat veel publiciteit opleverde. Hij werd veroordeeld tot een gevangenisstraf, wat van hem een bekende Belg maakte.
Zodanig bekend, dat de progressieve vleugel van de liberale partij bij hem kwam aankloppen om zich kandidaat te stellen voor een tussentijdse verkiezing in Brussel. In die tijd was het kiesstelsel nog helemaal anders. Er bestonden nog geen opvolgers op de kieslijst, dus wanneer er een parlementair wegviel, moesten er tussentijdse verkiezingen worden georganiseerd. Ze stuurden hem deze uitnodiging, terwijl hij niet eens in Brussel woonde, en daarenboven net de BWP had opgericht. Uiteindelijk koos de liberale partij toch voor een andere kandidaat, en kwam Anseele voor de BWP op in Brussel. Hij werd niet verkozen, maar haalt een zeer verdienstelijke score in een stad die niet de zijne is, en waar bovendien geen enkele arbeider kan stemmen.
Hoe kwam de coöperatieve organisatie Vooruit tot stand en wat was de rol van Anseele daarin?
Anseele had altijd op twee paarden gewed. Enerzijds wilde hij het algemeen stemrecht verwezenlijken, en anderzijds wilde hij ook de concrete situatie van de arbeiders verbeteren. Zijn plan hiervoor was om de arbeiders en hun spaarcenten aan het kapitalisme te onttrekken, en dit in socialistische fabrieken te investeren.
Anseele was een zeer belezen man. Hij wist over het bestaan van coöperatieven in Engeland. En ook dichter bij huis was de eerder genoemde paternalistische liberaal Francois Laurent in Gent reeds gestart met dergelijke initiatieven. Daardoor zag hij het potentieel in van de coöperatieve bakkerij van Paul Verbauwen. Wie lid werd van de vereniging, kon van de bakkerij brood kopen aan gunstige tarieven. De opbrengsten kon men weer investeren in koffie, conserven, kleren, schoenen, en alles wat de mensen nodig hadden. Anseele besefte dat men zo mensen aan zich kon binden. Hij redeneerde dat als hij het leven van de mensen kon verbeteren, ze ook voor hem zouden stemmen.
Maar hij maakte Naamloze Vennootschappen van een deel van de coöperatieven, wat Hendrik De Man tot de uitspraak verleidde:‘ Je kan nu socialist worden door een aandeel te kopen op de beurs’.
De overgang naar Naamloze Vennootschappen was nodig om geld aan te trekken. De harde kern van socialisten vond dat dit tegen hun principes inging. Ze verweten Anseele de kapitalistische weg op te gaan, en zo de socialistische ideologie te verraden. Maar de critici boden niet echt een alternatief.
De kritiek ontstond ook intern, onder andere van Paul De Witte (medestichter van de BWP en redacteur van de krant Vooruit, nvrd).
Wanneer een Romeinse keizer terugkwam van een verovering en tijdens triomftocht door Rome reed, stond er iemand mee op de wagen om hem in te fluisteren dat de triomfator geen god was. Het grote probleem van Anseele was, dat er nooit iemand op zijn strijdwagen heeft gestaan om hem te zeggen dat hij geen God was. Niemand durfde hem nog tegenspreken, en gebeurde dat toch, dan werd de persoon in kwestie meteen verketterd. De Witte was waarschijnlijk ook een sterk karakter en doordrijver. Ook Edmond Van Beveren (een van de oprichters van Vooruit, nvrd) kwam niet naar het huwelijk van Anseele als gevolg van zijn personeelspolitiek. Zo werd Van Beverens vrouw aan de kant geschoven en vervangen door de toekomstige vrouw van Anseele.
De Witte kloeg, anoniem, in een anarchistisch blad bepaalde malversaties aan. Er was een affaire, waarbij gefoefeld werd met de verloning van naaisters. Er verdween geen geld in eigen zakken, maar de Wet op de Loonbescherming werd niet gevolgd. Daarnaast klaagde De Witte aan dat Van Beveren steeds de schilderwerken mocht uitvoeren in plaats van hiervoor een openbare aanbesteding te organiseren. Vooruit beschikte ook niet altijd over het meest geschikte personeel, omdat er voortdurend ontslagen militanten werden aangeworven.
De Vooruit groeide uit tot een enorm imperium en Anseele richtte zelfs de Bank van de Arbeid op?
Er waren honderden socialistische verenigingen, die allemaal een eigen spaarkas hadden. Sommigen hadden geld te veel, terwijl anderen geld te weinig hadden. Anseele zag hierin een opportuniteit, en wilde dat geld meer oordeelkundig beheren. Hij zag in dat de arbeiders hun geld bewaarden bij de Algemene Spaar en Lijfrentekas, maar dat ze geen zeg hadden over de manier waarop het geld werd geïnvesteerd. Hij wilde een eigen bank, zodat de arbeiders zelf konden beslissen waarin het spaargeld moest worden geïnvesteerd. Tegelijk was hij ervan overtuigd dat hij voor het beheer van de socialistische fabrieken in ieder geval een holding moest oprichten. De oprichting van de Bank van de Arbeid (BBA) was een persoonlijk en Gents initiatief, wat los stond van de BWP. De BWP had daarna zelf ook een bank opgericht, maar die kwam al snel in de problemen, en werd opgeslokt door de Bank van de Arbeid.
De BBA was tussen 1913 en 1925 succesvol. In 1928 kwam ze ernstig in de problemen, en moest ze worden gesaneerd. Maar Anseele had als minister van spoorwegen in 1926 de spoorwegen moeten herstructureren, en dus veel mensen moeten ontslaan. Hij zag het niet zitten om dat opnieuw te doen, waardoor de verliezen zich opstapelden. Die verliezen waren een gevolg van een crisis in de textielmarkt, die met overproductie kampte. De Gentse textielindustrie was grotendeels in handen van de Bank van de Arbeid. Daarnaast deed de Bank van de Arbeid, aangevuurd door degenen die er later zitpenningen konden opstrijken, talloze slechte investeringen in verlieslatende fabrieken. Anseele liet dat allemaal veel te lang toe. Door sommigen, zoals Achilles Vleurinck en Jean Heckers, werd echt gesjoemeld. Zo verkoopt Heckers, net voor een fabriek failliet gaat, zijn persoonlijke aandelen aan een veel te hoge koers aan de Bank van de Arbeid. Hij tekende zowel als verkoper en als aankoper voor de Bank van de Arbeid. In 1933 kwamen er enkele socialistische spaarkassen in moeilijkheden, die de Bank van de Arbeid vervolgens moest redden, en in 1934 ontbond rechts in Oostenrijk alle socialistische organisaties en legde beslag op hun vermogen. In België vreesde het publiek dat de BBA hetzelfde lot wachtte, en men haalde het geld weg van de socialistische Bank van de Arbeid, waarna die failliet ging.
Dit failliet wordt een persoonlijke blamage voor Anseele?
De onderzoekscommissie van de BWP, de zogenaamde Commissie Wauters concludeerde dat Anseele in grote mate persoonlijke beheersfouten had gemaakt. Familieleden kregen allerhande postjes en verantwoordelijkheden. Zijn schoonzoon had veel schulden bij de BBA. En zijn zoon kreeg binnen de organisatie allerhande posities waarvoor hij incapabel was. Ik denk niet dat Anseele het slecht meende. Maar hij was te weinig zelfkritisch, en daardoor weigerde hij ook zijn gemaakte fouten te erkennen.
Toch werd hij op een zijspoor gezet?
Anseele was toen reeds geen gemeenteraadslid meer, maar wel nog parlementair. Wanneer de BWP hem aan de kant wilde schuiven, werd hij door iemand op de hoogte gebracht. Prompt schrijft hij aan individuele bestuursleden een persoonlijke brief, waarna zij toch beloofden om hem te blijven steunen. Hij was toen 80 jaar oud, maar nog steeds mateloos populair. Tot op zijn laatste dag in 1938 werd hij overal bejubeld.
Wat moet geïnteresseerden buiten uw boek nog lezen als ze meer willen weten over Anseele?
Gentenaren zouden zeker ‘Gent: een bakermat van democratie en socialisme’ van Joost Vandommele moeten lezen. Het is een stadsgids voor de socialist. ‘Alles is omgekeerd’ van Paul De Witte is geschreven als een roman, en geeft een mooi tijdsbeeld van hoe mensen toen leefden. Liesbeth Nys schreef ‘Vooruit Gent 1913-2013’ een zeer toegankelijk boek over de Vooruit.