26 apr 2020

In memoriam. Miel Dullaert – Joost Vandommele

Een politieke vriend is niet meer. Joosts overlijden (28 mei 1956 – 28 oktober 2019) schokt niet alleen zijn gezin met zijn echtgenote Chris en de kinderen Katrien en Sanne. Hij was een man van engagement in woord, geschrift en daad. Hij laat ons een grote erfenis achter van inspirerende herinneringen en idealen.

De familiegeschiedenis van Joost was niet zonder drama. Zijn ouders kwamen in aanraking met de epuratie door het gerecht ten gevolge van een collaboratiedossier. Dit was tevens de reden waarom zij na de oorlog verhuisden uit West-Vlaanderen naar SintNiklaas. In deze stad vond vader Herman Vandommele werk als bediende bij een Amerikaanse firma IMC, waar machines voor het produceren van conservenblikjes werden gemaakt. De ouders van Joost kwamen uit een ‘geletterde’ familie. Langs moederszijde, was grootvader René De Clercq (1877-1932) een flamingantisch taalleraar en literator. In WOI was hij verbonden aan de “activistische” stroming in de Vlaamse Beweging. Hij werd ter dood veroordeeld en vluchtte vervolgens naar Nederland Hij schreef gedichten, liederen, passend binnen de Vlaamse en de arbeidersbeweging. Anseele zag in hem de enige potentiële dichter van de socialistische beweging. Langs vaderskant waren grootmoeder en grootvader onderwijzers.

Kind en tiener

Joost werd geboren in 1956 in de stad SintNiklaas. Joost kende als kind een gelukkige jeugd in één van de vele parochies in de stad, de Kristus Koningparochie. Bij elke tiener met een ontluikend bewustzijn, zijn er meestal ‘coups de foudre’ die een onuitwisbare invloed op je verder leven hebben. Joost gaf er twee aan. In het atheneum, in het vierde middelbaar, had hij een vriend, een zekere Willy Van Dosselaer, die het socialistisch dagblad ‘Vooruit’ las en Belgischgezind was. Hij sprak tegen Joost over familieleden die hij verloren had in een nazi-concentratiekamp. Joost was daarover geschokt. Hij zou voor altijd het fascisme verwerpen. Joost leerde later een meisje kennen, waarmee het klikte, en vervolgens huwde hij met haar. Het was Chris De Wolf, die opgegroeid was in een totaal ander milieu: ze is de dochter van ouders uit het verzet. Ze baatten bij het station van Dendermonde een druk café uit, in een soort “Allo-Allo”-situatie. Een tweede ‘coup de foudre’ leerde hem de klassenverhoudingen kennen. Rechtover het ouderlijk huis van Joost woonde een buur, een schrijnwerker, een zekere Van Spittael, die werkte op de scheepswerf Boel aan de Schelde in Temse. Op een avond bezocht Joost hem met zijn vader en vond hem in tranen. Het bleek dat de baas van de werf samen met enkel andere topvaklui gevraagd had voor hem een luxejacht in te richten. Van Spittael en zijn kameraden hadden er heel hun hart en kunnen ingelegd, maandenlang. Toen de vrouw van de baas kwam kijken naar het resultaat, stond het gepresteerde werk haar niet aan. Van Spittael en zijn collega’s mochten de vrucht van hun arbeid op een vuurtje gooien, verbranden en opnieuw beginnen! Dat was voor de tiener Joost ongehoord.

Duizendpoot

In 1974 verhuisde Joost naar Gent om aan de universiteit geschiedenis te studeren. Hij moest afhaken wegens een toen onbekende zenuwaandoening. Joost zocht werk, en kwam terecht bij de spoorwegen. Hij werkte als ‘spoorman’ op de personeelsdienst van de NMBS- Gent. Hij werd vervolgens militant van de socialistische vakbond ACOD- Spoor. Joost was een duizendpoot in het progressief Vlaams militantenwerk in de jaren zeventig- tachtig van vorige eeuw. Als jongeman was Joost actief in links Vlaamsgezinde actiegroepen. Zo ondermeer in de jaren zeventig in de Werkgroep Arbeid, opgericht door zijn vriend Pol Van Caeneghem, en in de werkgroep rond het tijdschrift van Jan Olsen ‘Het Pennoen’. Bezige bij Jan Olsen organiseerde in de jaren tachtig colloquia waar Joost actief aan deelnam. Eén van de colloquia ging over een “Vlaams Progressief Alternatief ”. De bedoeling was om samen met Maurits Coppieters het terrein te verkennen om een zoveelste Vlaamse frontvorming te overwegen. In de jaren tachtig van vorige eeuw kregen sommige KP’ers een sterkere Vlaamse reflex, o.l.v. Vlaams voorzitter Jef Turf. Deze Vlaamse communisten knoopten terug aan met de stroming van de Vlaamsgezinde KP’er Jef Van Extergem, die ook naar de IJzerbedevaart trok als symbool van een linkse invulling van het Vlaams autonomiestreven. Dat initiatief gaf een vonk bij Joost, en hij werd militant bij de KP-Gent. In de jaren tachtig schreef Joost regelmatig voor het weekblad de Rode Vaan. In 1992 kreeg het tijdschrift Meervoud een nieuwe start o.l.v. Christian Dutoit. Hier ook leverde hij regelmatig bijdragen. Hij was lid van het bestuur van het Priester Daensfonds, lid van het Masereelfonds, en actief als bestuurslid in het René De Clercq genootschap vanaf 1989 (met een eigen museum in 1991).

Joost Van Dommele samen met vrouw Chris in 1989 (meeting van Ierlandkomitee)

Ierland

Solidariteit over landsgrenzen heen ontbrak niet bij Joost. Voornamelijk solidariteit met Noord- Ierland, waar een bloedige burgeroorlog kankerde tussen het IRA en de Britten. Hij reisde dan ook regelmatig naar (West-)Belfast met de werkgroep Arbeid vanaf 1973, en later voor het Ierland-comité. De links-nationalistische partij Sinn Fein is tot vandaag invloedrijk waarmee Joost goede contacten onderhield. Joost is fier op het feit dat hij zijn steentje heeft bijgedragen aan het Goedevrijdagakkoord van 1998. Hij gaf kameraden van Sinn Fein onderdak, toen zij in Brussel discrete en voorbereidende gesprekken voerden over een mogelijke wapenstilstand.

Naslagwerk

Het magnum opus van Joost was zijn boek over de sociale geschiedenis van gent met de titel ‘Gent, een bakermat van democratie en socialisme’. In maart 2017 werd het boek voorgesteld voor een breed publiek in het historische vakbondsgebouw van de Gentse ABVV. Ik denk dat Joost de eerste was die het klaarspeelde om zoveel mensen uit de vakbond en de Vlaamse beweging samen te verzamelen. Joost was sinds juni 2004 gediplomeerd gids voor de stad Gent. Het boek over de geschiedenis van deze stad is het resultaat van dertig jaar voordrachten, bronnenonderzoek en gidsbeurten in Gent. Het is een naslagwerk met schitterende tekeningen, foto’s van gebouwen, gravures en 22 gedichten van zijn grootvader René De Clercq. Zijn vrouw en kinderen waren trots op Joosts prestatie, dat met vastberadenheid en monnikengeduld tot stand kwam. We zijn zeker dat het de tand des tijds zal trotseren. Joost werd dus een wandelende encyclopedie voor de sociale beweging in Vlaanderen. In het naslagwerk wordt het monumentale schilderwerk van Hendrik Luyten afgedrukt, met name een triptiek: De Werkstaking in de Borinage van 1886. Het ergerde Joost mateloos dat deze triptiek, die in de jaren 1890 verschillende Europese Biënnales haalde, lag te verkommeren in de kelders van het Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen. De verwaarloosde grafzerk van Emile Moyson, op het hoofdkerkhof Robermont in Luik- Bressoux, werd door tussenkomst van Joost bij de directie van de Bond Moyson gerenoveerd. Joost was ook de spil in de actie, samen met het Masereelfonds en het AMSAB, om een standbeeld op te richten voor de Gentse communist Pierre De Geyter, die de toondichter was van de Internationale. Joost had in zijn ziekbed nog plannen om in zijn gemeente Ledeberg een standbeeld op te richten ter herinnering aan de “patattenoproer” van eind juli 1941 (wat volgens hem als de eerste opstand tegen de Duitse nazi-bezetter in Gent kan beschouwd worden). Joost was een gedreven en emotioneel man, eerder introvert en in bezit van een grote innerlijke kracht. Zelfs in zijn laatste weken maakte hij plannen om bijdragen te schrijven over belangrijke gebeurtenissen uit het jaar 1920: de moord op de linkse flamingant Herman Van den Reeck en de 11 juli-toespraak in Gent van de socialist Kamiel Huysmans. In een toespraak (2013) voor het Masereelfonds Sint-Niklaas, onder de titel “Daens of Dalrymple”, stelde hij “Authenticiteit is een schaars goed vandaag. Ik draag ze hoog in het vaandel. Ik draag niet graag iemand anders’ kleren. Te veel fictieve, virtuele, onechte toestanden leiden tot geestesziekten. Echte authenticiteit kun je ook vinden in het volkse, ongecompliceerd, rechtuit en zonder veel effect zoekerij. Volgens mij heeft de moderne mens nood aan waarachtigheid”. “Zijn” was voor hem belangrijker dan “lijken”. Joost bleef optimistisch om het socialisme als ideaal in onze regio te vestigen:“ En als de meerderheid in Vlaanderen thans rechts is, en dreigt Dalrymple om de hoek, is het aan ons om het tij te keren. Ik blijf geloven in eigen kracht”. Joost heeft dan ook zijn leven besteed aan de opgave om het volk zijn eigen geschiedenis te laten lezen met emancipatie als richtpunt.

Het boek Gent van Joost is nog steeds verkrijgbaar. Mail naar info@masereelfonds.be als je geïnteresseerd bent.