De afgelopen weken vond een Evenement plaats dat ons dwingt om een keuze te maken en een ethisch gebod te volgen. Het Evenement waarover ik spreek is de huidige genocide in Palestina. De vraag is hoe we als politieke en ethische subjecten in het Westen omgaan met het eindeloze lijden van de Palestijnse bevolking.
De filosoof Alain Badiou spreekt over een Evenement als een breukmoment dat ontstaan uit “de staat van een situatie”. Het is niet altijd herleidbaar tot een exacte plaats of datum. Een Evenement duidt op een meer grootschalige historische crisis of een onopgeloste systemische tegenstelling. Een Evenement kan om die reden dan ook hertaald worden in psychoanalytische termen, als een terugkeer van datgene wat werd onderdrukt. Het is de terugkeer van een element waarover we ons ietwat bewust waren, maar waar we tegelijkertijd liever niet over willen weten. Het uiteindelijke besef over wat we hebben weggedrukt verandert dan ook ons gehele perspectief op de wereld. Iemand kan volledig rekenschap afleggen tegenover het Evenement, of niet, maar het kan niet meer worden genegeerd. Een persoon zal onvermijdelijk in contact komen met de vraagstelling over de nieuwe complexiteit van onze wereld, en het is net ingaan op die vraagstelling die hem of haar omvormt tot een politiek subject. Rekenschap afleggen tegenover het Evenement verplicht ons na te denken, en meer specifiek, na te denken over wat ondenkbaar is.
Het Evenement van onze tijd is de genocide die gaande is in Palestina. De situatie begon natuurlijk niet op zeven oktober met afschuwelijke moord op 1200 Israëliërs. Het Evenement kent zijn historische wortels in een geschiedenis die reeds honderd jaar geleden begon. Een geschiedenis van vestigingskolonialisme, onderdrukking en etnische zuiveringen, die hebben geleid tot de huidige toestand van oorlogsmisdaden, collectieve straffen en de bombardementen van burgerdoelwitten, hospitalen en vluchtelingenkampen. Het gaat om onderdrukking van democratisch verzet, massale ontheemding en onteigening, martelingen en het willekeurig vermoorden van burgers (waaronder kinderen), een militaire uitzonderingstoestand, Apartheid-beleidsmaatregelen, systematische opsluiting van burgers zonder juridische grond of wettelijke reden, illegale politiek van nederzettingen in de Westbank en de frequente raids in Palestijnse dorpen. De lijst gaat maar door.
Dus hoewel dit niet bepaald een nieuwe situatie is voor degenen die eronder lijden, bestaat er wel een nieuw gevoel over hoe deze catastrofische reeks aan recente gebeurtenissen de illusies in het Westen aan diggelen hebben geslagen. Illusies die gaan over het functioneren van de Internationale Gemeenschap, vermits zij ook de kolossale agressie van een staatsmacht mogelijk maakt. Indien het nog steeds gezegd moet worden: elke burgerdode moet betreurd worden, ongeacht de etnische, religieuze of sociale afkomst van het slachtoffer. Bovendien moet de kritiek op de Israëlische staat fundamenteel gescheiden zijn van elke vorm van antisemitisme; voortdurend en bewust werden die twee zaken met elkaar verwisseld. Bewust verwarring zaaien tussen kritiek op de Israëlische staat en het antisemitisme werd steeds opnieuw aangewend om de dringende noodzaak tot een staakt-het-vuren te negeren. Het is absurd om te verwijzen naar een historisch onrecht om huidige schendingen van de Mensenrechten te vergoelijken. Het is absurd om de burgers in Gaza aansprakelijk te stellen voor de acties van Hamas, laat staan dat ze verantwoordelijk zijn voor het historisch trauma van de Holocaust.
We weten zeer goed dat het neokolonialisme oorlogen teweegbrengt op mondiaal vlak met miljoenen doden als gevolg. Dit gebeurt vaak zonder dat de ogen van de wereldopinie gericht zijn op slachtpartijen. En vaak moedigen staatsinstituties het neokoloniaal geweld aan, terwijl net die instituties zouden moeten interveniëren om geweld te voorkomen. De Palestijnse casus valt binnen het kader van neokoloniale oorlogsvoering uniek te noemen, qua intensiteit, snelheid, schaalgrootte en zichtbaarheid. Twintig jaar terug bedacht de Kameroense historicus en politiek denker Achille Mbembe de term “necromacht”. Necromacht verwijst naar het vroegere concept van biopolitieke macht, het besturen en reguleren van sociaal en biologisch leven op grote schaal. Necromacht ligt in het verlengde van de biomacht, en verwijst naar een systematische brutaliteit van die macht. Necropolitiek is het biopolitieke mechanisme waarbij een volledig bevolking geboren wordt in een Apartheidssysteem. In essentie bestaat deze bevolking uit levende doden. De horizon van mogelijkheden van deze inwoners wordt a priori begrensd door de wetten en taal van een koloniserend staatsapparaat. Mbembe beschreef necropolitiek aan de hand van Palestina als een paradigmatisch voorbeeld. De necropolitieke dynamiek bepaalde elke dimensie van het bestaan van de Palestijnse bevolking, op voorhand bepaald en begrensd door de soevereine macht van de staat Israël.
De geheime verstandhouding waarin deze necropolitiek opereert, wordt op het meest diepe niveau gecreëerd door de samenwerking tussen tech-giganten en het militair-industriële complex. Dit is waar de werkelijke macht kan gevonden worden. In 2021 ondertekenden Amazon Web Service en Google een contract met de Israëlische overheid ter waarde van 1,2 miljard dollar. Het contract maakte Project Nimbus mogelijk, en werknemers van beide tech monopolisten verklaarden dat dit een “cloud service” inhield, dat “toelaat om verdere surveillance en onrechtmatige vergaring van data van de Palestijnse bevolking te bewerkstelligen, wat een expansie van Israëls nederzettingenpolitiek mogelijk maakt”.[1] De deal was een paradepaardje van de tech-sector om de Israëlische publieke sector een ecosysteem aan “cloud services” te verschaffen, waarbij het Israëlische leger de belangrijkste begunstigde partij zou zijn. Israël is ook de tiende belangrijkste wapenexporteur op mondiaal vlak, met een gekende reputatie specifiek voor cyberveiligheid en artificiële intelligentie-wapens. Naar verluid heeft Israël ook artificiële intelligentie (AI) ingezet bij haar laatste grote offensief in Gaza. Het jaar 2021 werd omschreven als de eerste AI-oorlog in de geschiedenis. In 2023, de huidige oorlog tegen Gaza, gebruikt het leger “Hasbora” (Hebreeuws voor “gospel”), een AI-systeem dat meer doelwitten dan ooit tevoren kan identificeren. Een voormalige Israëlische inlichtingenofficier omschrijft dit AI-platform als een “massale liquidatiefabriek”. Halverwege december is het dodental in Gaza gestegen tot ongeveer 20.000, waarvan de helft kinderen zijn.
Deze necropolitieke situatie heeft ons doen belanden in een “patipolitiek tijdperk”. Patipolitiek is hierbij de politiek van het lijden: we worden bestuurd door een systeem dat het lijden van anderen legitimeert en waaruit pervers plezier kan worden gehaald. Het patipolitiek effect manifesteert zich onder meer in een plotse onttrekking van betekenisvorming uit onze talige realiteit, wat gebeurt wanneer vorige limieten van talig denken ineenstorten in een situatie van complete horror. Onze digitale apparaten laten toe dat we op virtuele manier slachtpartijen quasi real time kunnen volgen. Het Westen wordt in het digitale tijdperk getekend door “doom scrolling”, voortdurend grote hoeveelheden negatief nieuws consumeren via onze computer of smartphone. De patipolitiek maakt dat “doom scrolling” evolueert tot een monsterlijke affaire. Onze ogen zien ogenblikkelijk foto’s en videobeelden van verpletterde kinderen, uiteengereten lichamen, baby’s uit couveuses geslingerd, moeders en vaders zoekend naar hun kinderen onder het puin, etc. De lijst is eindeloos van beelden van ondenkbaar lijden. Mentaal kunnen we deze beelden van menselijke ellende verteren omdat ze worden afgewisseld met korte video’s van schattige katjes en berichten van bekendheden getooid in hun glitter en glamour. We zijn veranderd in schizofrene voyeurs die zappen tussen woede, gewelddadige doodsangsten en gechoqueerde emoties, om dan vervolgens op onmiddellijke wijze terug te keren naar het lichte vertier. Hoe kunnen we de meest verwerpelijke situaties onder woorden brengen wanneer verwerpelijkheid de status quo is geworden? Dit is zonder twijfel het gevoel dat we bezitten nu we geconfronteerd worden met de tragedie in Gaza. Geweld van dermate grote proportie maakt dat we kiezen om het te legitimeren als een “nieuwe oorlog tegen terreur” of het omschrijven als een conflict daterend uit een antieke, premoderne religieuze periode. Ofwel verkiezen we eenvoudigweg om het volledig te negeren. Dergelijke reacties duiden op het feit dat sommigen onder ons in de onmogelijkheid verkeren om de implicaties van de oorlog te erkennen als ethische, politieke subjecten.
We hadden nog nooit op dergelijke onmiddellijke wijze toegang tot beelden van een bloedbad op deze schaal, waardoor we duizelig achterblijven met een gevoel van shock. De conceptuele instrumenten en referentiepunten die ons hielpen om kritisch de stand der dingen te becommentariëren en te analyseren lijken nu totaal inadequaat te zijn. Maar hoe kunnen we dan betekenis geven aan de Palestijnse bevolking die afgrijselijke wreedheid en eindeloos leedwezen moet ondergaan – en gedurende dergelijke lange periode? Hoe kunnen we het ondenkbare toch denken? Hoe creëren we een ethiek voor de welbespraakten onder ons – Jacques Lacan spreekt over de “l’éthique du Bien-dire” – wanneer de welbespraaktheid momenteel dient om juist het systeem te legitimeren dat ons veiligheid en comfort bezorgt, terwijl anderen omkomen vooraleer ze ooit de kans hebben gekregen om te kunnen leven? Hoe gaan we de confrontatie aan met dit systeem, terwijl veel welbespraakten van mening zijn dat er meer dringende zaken bestaan om over te spreken dan de uitmoording van kinderen?
Begin december bezocht ik Brussel, toen Gaza een van de meest intense bombardementen te verduren kreeg. Je kan in complete onwetendheid over de onrust in de wereld flaneren door de charmante straten van de Europese hoofdstad. Je passeert hierbij Manneken Pis, een emblematisch voorbeeld van engelachtige baby’s die om het even waar mogen urineren omdat mensen hen adoreren. Ik kon de gedachte niet van mij afzetten hoe op datzelfde moment en masse te vroeg geboren baby’s in het belegerd Al-Shifa ziekenhuis uit hun couveuses werden gehaald, of hoe duizenden andere kinderen door raketten in hun bed werden vermoord of onder het puin waren beland. Zij worden allemaal naamloos opgeofferd aan het algoritme, terwijl de Europese Unie en tal van andere politieke instituties besluiten om de genadeloosheid van deze oorlog te negeren. Men zegt dat Brussel het verondersteld kloppend hart is van de Europese beschaving, een middelpunt van kosmopolitisch denken en internationalistisch gedachtegoed. Maar laat je geen rad voor je ogen draaien, het zijn alleen witte baby’s die door de stad mogen dansen en kattenkwaad uithalen. De afgelopen paar weken is de hypocrisie van de nagestreefde Verlichtingsidealen van het Europese project blootgelegd. We moeten het koloniale, racistische en islamofobe element van het huidig Europa niet negeren. Net zoals we pakweg niet mogen vergeten dat de historische erfenis van Brussel ook wordt gedragen door de rijkdom die de Belgische koning Leopold II roofde uit zijn kolonie Congo.
Ook is het de laatste paar weken duidelijk geworden dat, zoals Alain Badiou stelde in zijn boek “De Eeuw”, we de vaardigheid om te filosoferen hebben verleerd. Binnen het mainstream vertoog zijn we op een punt gekomen waarbinnen we het vermogen niet meer bezitten om staatsgeweld te herkennen en te veroordelen. En dit is werkelijk verbazend. De angst om als antisemiet te worden bestempeld maakt de huidige situatie des te meer tragisch. De afgelopen tijd heb ik geparticipeerd in manifestaties samen met de Chassidische gemeenschap van Stamford Hill, en hebben we samen opgeroepen om het staatsgeweld door de Israëlische overheid te laten stoppen. Alsook veroordeelden we samen de islamfobie, racisme, antisemitisme en de illegale bezetting van de Palestijnse gebieden. Wij – moslims, joden, christenen en atheïsten – waren verenigd in onze eis tot vrijheid voor elke Palestijn. Kleine kinderen op de schouders van hun ouders scandeerden de eis dat alle kinderen op aarde het recht hebben om in veiligheid op te groeien. Het aanschouwen van dit tafereel geeft mij een gevoel van nederigheid, omdat ik tegelijkertijd moet registreren hoe mijn eigen regering de dood van 8.000 Palestijnse kinderen omschrijft als “collateral damage”.
“In our millions, in our billions, we are all Palestinians”: een leuze die een gevoel van radicaal kosmopolitisme in zich draagt, en dat moet dienen als een politiek richtpunt. Wat betekent dit precies? Het houdt in dat we gekant zijn tegen onderdrukking, racisme, kolonialisme, kapitalisme, imperialisme en antisemitisme. Het betekent dat we voor elkaar zorg moeten dragen. Het eist de bescherming van de zwakkere. Het is gekant tegen onverschilligheid. Het stelt dat niemand vrij is tot wanneer we allemaal vrij zullen zijn. Het brengt, Angela Davis indachtig, met zich mee dat de verschillende vormen van strijd raakpunten met elkaar vertonen. Dit zou even evident moeten zijn als stellen “We zijn allemaal Congolezen”, wetende dat reeds 7 miljoen Congolezen zijn verdreven uit hun huizen omwille van de roofzuchtige ontginning van de kobalterts.
De mensen in Gaza zijn in de steek gelaten door de internationale gemeenschap: een definitief staakt-het-vuren lijkt niet aan de orde te zijn en de moordmachine van de Israëlische overheid wordt niet eenduidig veroordeeld. Dit wordt weerspiegeld in het feit dat er bij de grote mediakanalen gedegen duiding ontbreekt, waarbij ook aan zelfcensuur wordt gedaan en misinformatie wordt toegelaten. Men negeert zelfs bewijsmateriaal dat aangebracht wordt door journalisten ter plaatse.
De Duitse filosoof Walter Benjamin, die tijdens zijn vlucht voor het nazi-bezetting in Frankrijk de hand aan zichzelf sloeg, schreef ooit een indringend stuk over de “Engel van de Geschiedenis”, een aquarel geschilderd door Paul Klee: “Zijn gelaat is naar het verleden gewend. Waar wij een reeks gebeurtenissen waarnemen, ziet hij één enkele catastrofe en daarin wordt zonder enig respijt puinhoop op puinhoop gestapeld, die hem voor de voeten geworpen wordt. De engel zou wel willen blijven, de doden tot leven wekken en de brokstukken weer tot een geheel maken. Maar zijn vleugels vangen de wind die uit het paradijs waait, een storm die zo hard is dat hij ze niet kan sluiten. Deze storm stuwt hem onweerstaanbaar voort, de toekomst in die hij de rug heeft toegekeerd, terwijl de stapel puin vóór hem tot aan de hemel groeit. Deze storm is wat wij vooruitgang noemen”. De puinhoop van Gaza stapelt zich op aan onze voeten. De engel kijkt ons aan vol wanhoop, de geschiedenis van barbaarse daden moet stoppen. De vooruitgang situeert zich dan in de realisatie dat we dringend een nieuwe internationalistische politieke oriëntatie moeten creëren. “We zijn allemaal Palestijnen” is dan ook de basis van deze toekomstige politieke omwenteling.
[1] https://www.middleeasteye.net/news/israel-palestine-war-ai-habsora-random-killing-mathematics?fbclid=IwAR25ws9jktWVlIQL2fTYAHfhE-kjp76toiWEI1UkXfScAgaD7x4U4ARZ8A8