De oorlog in Oekraïne noopte de EU tot een moment van zelfreflectie: wat is de plaats van Europa in deze nieuwe geopolitieke wereld? Een van haar toonaangevende aspiraties is steeds geweest om een einde te maken aan oorlog op het Europese continent. Economische en juridische integratie geleid door een supranationale instelling zouden een gewelddadig conflict op het continent ondenkbaar moeten maken. Het is juist deze aspiratie die de leegte van het Europese project aantoont. De EU was, alle vage beloftes over vrede ten spijt, niet in staat om oorlog te vermijden, laat staan deze te beëindigen.
Alexander Aerts is politicoloog en filosoof. Hij studeert aan de KU Leuven en werkt rond Alexandre Kojève en Carl Schmitt’s discussie over Europa’s plaats in de wereld. Eerder publiceerde hij onder andere in Lava Tijdschrift en Apache.
De huidige militarisering in het hart van de EU toont de impotentie van deze Europese “geest” aan. Er bestaat een inertie om zelf geopolitieke belangen te formuleren. Beter gezegd, de EU is niet in staat om haar plek in een veranderende wereld te bepalen. Voor het eerst in de naoorlogse geschiedenis hebben Duitsland en de EU militair materiaal geleverd aan een ander land. De Europese mogendheden trekken mee op een oorlogspad dat door de VS in de NAVO wordt uitgestippeld. Tragisch genoeg zijn het Europa, en in eerste plaats de Oekraïense burgers, die de kosten dragen van een oorlog die in de war rooms van Washington en het Kremlin bekokstoofd worden. De vraag is hoe ver de EU het wil laten komen om deze trans-Atlantische band te onderhouden.
De belangen van de EU en de VS lagen voor de Russische invasie in februari 2022 uit elkaar. In menig Europees land heerste het sentiment een einde te willen maken aan de stellingenoorlog die sinds 2014 heerste in Oekraïne. Het Witte Huis daarentegen wilde de oorlog vooral winnen — in het beste geval Poetin onttronen. Naarmate de oorlog zich verder ontwikkelde, volgden vele EU-landen een door de VS gestuurde oorlogspolitiek, die diplomatieke oplossingen aan de kant schoof. Met de huidige stilstand aan het Oekraïense-Russische front wordt het duidelijk dat het probleem niet zozeer is om de oorlog te winnen, maar om hem te kunnen beëindigen. Het voorspelde tegenoffensief van de Oekraïners lijkt een manier om deze impasse te doorbreken, maar het ontbreekt hen aan het militair materieel om de Russen te verslaan. Voor de EU krijgt deze kwestie een existentiële lading: wat is de politieke en ideologische betekenis van de EU wanneer men de pacifistische belofte zelf ondergraaft? Er heerst een horror vacui in het Europese project dat vandaag verborgen wordt met de nadruk op de pseudo-pragmatische noodzaak om de “Westerse” waarden en normen te beschermen tegen het barbaarse Rusland.
Onder trans-Atlantische vlag
Een opvallend gegeven is dat de invasie de VS en de EU steeds dichter bij elkaar bracht onder de trans-Atlantische banner van de NAVO. De Franse president Macron, de grootste voorstander van een Europese autonomie op vlak van defensie, schaarde zich meteen na de invasie achter de NAVO: “De Verenigde Staten zijn onze belangrijkste en trouwste strategische partner, een wereldmacht die bijdraagt tot vrede, veiligheid, stabiliteit en democratie op ons continent,” werd met trots geproclameerd (1). Ondertussen ontbreekt het binnen de Europese politieke ruimte aan “post-national capacities” om een supranationaal alternatief te ontwerpen. De EU toont hierbij ironisch aan, zo stelt de historicus Adam Tooze, dat zij niet bij machte is om te ontsnappen aan de gekende politieke logica uit de twintigste eeuw (2).
De zogenaamde Frans-Duitse tandem in de EU faalde volledig om oorlog te voorkomen. In een waas van collectieve amnesie wandelde de Europese politieke klasse in een nieuwe oorlog op haar eigen continent. De desastreuze interventies in Libië en Afghanistan, die nochtans belangrijke lessen inhouden voor vandaag, werden hierbij uit ons geheugen gewist. Het ging hier telkens om NAVO-interventies, waarbij de VS zich na jaren van oorlog unilateraal terugtrokken en de puinhoop overlieten aan andere spelers. Hetzelfde geldt voor de oorlog in Oekraïne: indien er iets misgaat, kan de VS altijd naar de nooduitgang stappen. Het land is officieel niet betrokken in de oorlog, terwijl het wel de grootste wapenleverancier van Oekraïne is. Een verklaring voor dit schijnbaar achteloos en volatiel buitenlands beleid vinden we in de geopolitieke positie van de VS. Het is een continent dat in se een eiland is. Ver verwijderd van zijn vijanden moet het geen schrik hebben voor de gevolgen van een oorlog op zijn eigen territorium. Zoals Wolfgang Streeck het duidelijk stelde: “Iraakse troepen zullen nooit Washington D.C. binnenmarcheren en George Bush arresteren om hem uit te leveren aan het Internationaal Strafhof in Den Haag” (3).
De Europese politieke klasse vraagt zich niet af wat er zal gebeuren indien de oorlog aansleept tot het verkiezingsjaar 2024 en Trump – of een Trumpiaanse vervanger – de Oval Office zou bezetten. Misschien verliest Biden de nodige binnenlandse steun om de oorlog voort te zetten en wil hij zich terugtrekken. Er zijn vele scenario’s denkbaar waarbij de exit-optie in zicht komt. De vraag is dus hoe de EU met deze onzekerheid zal omgaan, wetende dat ze zich in een geheel andere geopolitieke positie bevinden dan Uncle Joe.
Het is daarom belangrijk om de oorlog in Oekraïne in zijn geopolitieke context te plaatsen. De invasie in Oekraïne is verworden tot een proxy-oorlog tussen de VS en Rusland – en China. Biden wilt de Russische macht danig verzwakken en de Amerikaanse invloedssfeer in Oost-Azië uitbreiden. Poetin wil de macht in eigen land consolideren, zoveel mogelijk Oekraïense territoria toe-eigenen en de NAVO-lidstaten tegen elkaar uitspelen. Frankrijk en Duitsland moeten zichzelf afvragen of ze deze anti-Russische en anti-Chinese strategie, al dan niet met een gewapend conflict, willen blijven ondersteunen. Dit waren antinomieën die reeds voor de invasie in Oekraïne kopzorgen veroorzaakten bij de Europese politieke klasse. Nu de oorlog volop woedt, wordt de beweegruimte van de EU met de dag kleiner om zelf een oplossing te bieden aan deze geopolitieke kwesties.
De geopolitieke verzwakking van de Europese macht binnen de bestaande NAVO-constructie is een harde consequentie van de oorlog in Oekraïne. Voor Amerikaanse neoconservatieve haviken is het zelfs een expliciet doel: een coalitie van die-hard NAVO landen in Europa smeden om de balans van macht binnen de EU naar de trans-Atlantische zijde te tillen. Tijdens een bezoek in Kiev kwam ex-premier Boris Johnson met het voorstel op de proppen om een Europese gemenebest op te richten: een nieuwe Europese alliantie die hondstrouw zou zijn aan de trans-Atlantische belangen van de VS. En de VS is momenteel bezig om haar strategie te verankeren binnen de Europese ruimte. Zweden en Finland werden in de NAVO geloodst, de Baltische en sommige Oost-Europese lidstaten behoren tot de roeptoeters van Amerikaanse buitenlandbeleid en de Duits-Russische diplomatieke as wordt uit elkaar gespeeld. De Duitse ex-minister voor Defensie, Christine Lambrecht, stuurde zelfs zes Eurofighters naar militaire oefeningen in de Indo-Stille Oceaan om het militaire opbod van de VS tegen China te ondersteunen.
Europa als NAVO-provincie
De VS kan de oorlog nog een lange tijd laten aanslepen en zelfs de inzet verhogen, net omdat de “traumatische kosten” voornamelijk op de schouders van Europa komen te liggen. Zoals Negri en Guilhot het zeer exact weten te beschrijven, zijn de kosten van het Amerikaans sanctiebeleid uitsluitend te voelen in Europa. Voornamelijk de Europese energiesector heeft ongeziene schokken ondergaan, en het zijn de Europese burgers die via die energieschokken de oorlog indirect bekostigen (alsook de Amerikaanse partners in Oost-Azië). Tegelijk, zo schrijven Negri en Guilhot, worden de EU-lidstaten steeds afhankelijker van schaliegas en olie uit de VS en Noorwegen. Voor het eerst in onze naoorlogse geschiedenis importeren we meer Amerikaans dan Russisch gas (4). Hier hangt een prijskaartje aan vast. Europeanen betalen gemiddeld vier keer meer voor hun gas dan de Amerikanen. Bovendien zijn het de EU-lidstaten die de vele Oekraïense vluchtelingen opvangen. Biden had beloofd om 100.000 vluchtelingen toe te laten. In realiteit is maar een fractie daadwerkelijk op Amerikaanse bodem beland.
Het ontbreekt aan enig realisme bij de Europese elite. Er wordt nauwelijks aandacht gegeven aan de consequenties van deze oorlog. Zij is dronken door de zelfverklaarde beschavingsoorlog tegen Rusland. Het lijkt alsof de EU terug in de Koude Oorlog is beland, waarbij de EU vervallen is tot een provincie van het NAVO-imperium. We zien dit duidelijk aan de hand van de immense militarisering van EU-lidstaten. De verhoging van de defensiebudgetten ligt nu geheel in lijn met de NAVO-normen (2% van het BNP). Duits bondskanselier, Olaf Scholz, maakte drie dagen na de Russische invasie tijdens zijn “Zeitenwende”-toespraak bekend dat hij het Duits defensiebudget met 100 miljard euro ging verhogen – een bedrag dat nog eens boven de NAVO-norm wordt toegevoegd. Dit allemaal om de Westerse waarden te verdedigen tegen de agressie van autoritaire staten.
Op het eerste gezicht lijkt deze verhoging een directe ondersteuning voor het Oekraïense leger, in werkelijkheid gaat het om geld dat pas na 5 jaar een verschil zal maken in de Duitse defensiecapaciteit. Commentatoren zoals Wolfgang Streeck spreken dan ook over een Amerikaanse “outsourcing” van het lange termijnconflict in Oekraïne aan Duitsland (5). Onze eigenste Belgische regering was zelfs Duitsland te snel af. Premier De Croo had reeds maanden voor de invasie aangekondigd dat ons defensiebudget moet worden opgetrokken naar de NAVO-norm. De immense verhoging van 10 miljard euro werd in juni 2022 zonder al te veel oppositie goedgekeurd. Deze verhoogde budgetten dienen om de militaire alliantie met de VS verder te bestendigen. In wezen is het volgen van de norm niets meer dan “de fetisj van de norm zelf, die belangrijker lijkt geworden dan de concrete behoeften van het leger,” aldus Ludo De Brabander (6).
Het gevaarlijke aan deze versnelde militarisering is dat deze plaatsvindt in een nieuwe en ongekende geopolitieke orde, waarin de VS, de EU en Rusland – in tegenstelling tot de Koude Oorlog – zonder weinig limieten het conflict op de spits blijven drijven. Met de toetreding van Finland en Zweden wordt de invloedssfeer van de VS opnieuw een stuk groter, wat maakt dat onze nieuwe Koude Oorlog vooralsnog naar een kookpunt wordt gebracht.
“Made in America” en het gebrekkig Europees beleid
Op militair vlak heeft Biden dus het NAVO-beleid van Trump verwezenlijkt door de EU-lidstaten de 2%-norm te laten accepteren. Het was immers Trump die tijdens zijn ambtstermijn voortdurend bleef herhalen dat elk NAVO-lid het gepaste “lidgeld” moest betalen om deel uit te kunnen maken van de club. Maar de huidige geopolitieke verschuivingen hebben tevens een belangrijke economische dimensie. Ook op p economisch vlak zien we hoe Biden met zijn Inflation Reduction Act (IRA) het protectionistisch beleid van Trump – weliswaar met meer sociale en ecologische accenten – verder zet. De IRA is een investeringsplan dat de transitie naar een groenere en minder ongelijke economie moet bevorderen. Biden wil maar liefst 430 miljard dollar investeren in de vorm van belastingverminderingen voor duurzame energieprojecten of bedrijven die groene energie gebruiken. Er is echter één grote voorwaarde aan gekoppeld: de producten en energie moeten in de VS geproduceerd worden. Bedrijven die windturbines en zonnepanelen maken met Amerikaans staal zullen speciale voordelen verkrijgen.
Qua economisch beleid toont de Europese elite zich opnieuw van een bizarre wereldvreemdheid en achterhaalde koppige liberale orthodoxie. Het is niet alleen de VS die stelselmatig haar eigen deïndustrialisatie een halt poogt toe te roepen door de spelregels van de internationale handel te herdefiniëren. Ook Japan, nog steeds de derde economie op onze planeet, heeft een geleidelijke herziening van de huidige handelspolitiek aangekondigd. Premier Fumio Kishida heeft een ongezien pakket aan subsidies en publieke investeringen klaarstaan om de staat een leidende rol te geven in de ontwikkeling van tal van spitstechnologische sectoren: nanotechnologie, biotechnologie, robotisering, AI, digitalisering, microprocessoren, etc. Het monetair beleid zal gericht zijn op het terughalen van Japans kapitaal om te investeren in de eigen industrie. Ook zal Japan zijn eigen koers varen wat betreft het reduceren van binnenlandse economische ongelijkheid. En Japan lijkt zich weinig of niets aan te trekken van mogelijke reacties bij haar Westerse partners.
Het vernieuwde Amerikaans protectionisme schoot alvast in het verkeerde keelgat van de Europese politieke klasse. In Brussel werd er gesproken over “discriminatoire” subsidies door de Biden-administratie, die een oneerlijke concurrentie op de wereldmarkt tot stand zullen brengen. De subsidies van de IRA zijn vier tot tien keer het maximum van wat de Europese Commissie op de interne markt toelaat. De eurocommissaris voor de interne markt, Thierry Breton, dreigde de VS zelfs voor de Wereldhandelsorganisatie (WHO) te sleuren indien ze hun plannen niet zouden aanpassen. De grootste angst in de EU is dat er zich een massale industriële delocalisatie van Europa naar de VS zalvoltrekken. Zo heeft de Duitse chemiereus BASF reeds verhuisplannen aangekondigd, waarbij investeringen in Europa drastisch zullen worden verminderd ten voordele van deze in de VS.
Pas verdacht laat werd er een gezamenlijke taskforce tussen de VS en de EU op poten gezet om de geschillen tussen beiden op te lossen. Enkele maanden later was er nog steeds geen compromis. In de tussentijd kwam Frankrijk met een “Buy European Act’ op de proppen die lauw ontvangen werd bij de rest van de lidstaten. Macron zakte uiteindelijk in december naar het Witte Huis af om te pleiten voor uitzonderingsvoorwaarden op de IRA voor Europese industrieën. Biden verzekerde hem dat de creatie van nieuwe Amerikaanse jobs niet ten koste zouden gaan van reeds bestaande Europese jobs. Kortom, zonder enig formeel akkoord weten we nu reeds dat de Europese industrie de verliezer zal zijn. De geopolitieke afhankelijkheid van Europa ten opzichte van de VS neemt toe, zeker wat betreft de energiebevoorrading, maar ondertussen verdwijnt de VS als de beschermheer over de gereguleerde wereldhandel – een wereldhandel goeddeels ontworpen door Amerikaanse regels.
Illusies van Europese autonomie
In 2017, net na zijn verkiezingsoverwinning, hield Macron in 2017 een lezing aan de Sorbonne universiteit, waarin hij verklaarde dat “strategische autonomie” een speerpunt van zijn Europese agenda zou worden. Even verder terug in de tijd. In 2004 werd het Europese Defensieagentschap (EDA) opgericht met als doel de intergouvernementele samenwerking tussen EU-lidstaten op vlak van planning, technologie en onderzoek te bevorderen. Toenmalig Commissievoorzitter Juncker riep vervolgens in 2017 een Europees Defensiefonds in het leven om dit project financieel te ondersteunen. Macron maakte tijdens zijn lezing bekend dat een gezamenlijke strategische cultuur onder de lidstaten noodzakelijk is – lees een eengemaakt defensiebeleid – met als hoofddoel de oprichting van een Europese defensiemacht tegen 2030.
Wolfgang Schäuble, voormalig Minister van Financiën, gaf afgelopen zomer een interview waarin hij een verregaand voorstel voor Europese autonomie op tafel legde. Een triumviraat tussen Frankrijk, Duitsland en Polen, dat het voortouw neemt in de opbouw van een Europees nucleair arsenaal. De Fransen zouden hun nucleair arsenaal moeten delen met Duitsland en Polen. In ruil daarvoor zou Duitsland financieel moeten bijdragen aan het Franse leger. Een illusoire visie, die ook nooit zal leiden tot meer Europese autonomie. Opnieuw stelt Streeck terecht dat Schaüble hoopt een klein beetje Europese soevereiniteit te redden zonder te beseffen dat “een mede door Polen geleid Europees veiligheidsbeleid enkel een verlengstuk van het veiligheidsbeleid van de Verenigde Staten kan zijn” (7).
De Europese politieke klasse wil meer geopolitieke beweegruimte voor de EU en tracht dit paradoxaal in overeenstemming met de NAVO-strategie tot stand te brengen. Terwijl wanhoop deze illusies verder aanstuwt, beleeft het trans-Atlantische bondgenootschap een renaissance. De soevereiniteit van Oekraïne ten opzichte van Rusland kan verzekerd worden indien het de oorlog kan winnen of op voordelige manier weet te beëindigen. Zonder NAVO-wapens kan het onmogelijk deze strijd volhouden, en was het naar alle waarschijnlijk een Russische kolonie geworden. Maar het is eveneens tragisch om te weten dat een militaire of diplomatieke overwinning haar soevereiniteit niet zal herstellen. Economisch en militair heeft het geen andere keuze dan de geopolitieke belangen van de VS te dienen. Oekraïne is dan geen kolonie van een regionale macht, maar wel een vazalstaat van een mondiale macht. Oekraïne is, zoals Slavoj Zîzek het stelde, vastgepind tussen twee vormen van “kolonisatie” (8). Wat we reeds hebben meegemaakt met pakweg de corrupte regimes in Afghanistan en Irak.
De cruciale vraag is of een autonome EU de soevereiniteit van Oekraïne zou hebben kunnen vrijwaren. Het zou zich mogelijkerwijs tussen deze twee kolonisatoren hebben kunnen positioneren. Met als inzet een diplomatieke strategie om te voorkomen dat de Oekraïense landsgrenzen en het Europese continent de inzet werd van een proxy-oorlog tussen de VS en Rusland – en indirect ook met China. Heden ten dage wordt het lot van Europa ver buiten haar grenzen beslecht door de magni homines van een nieuwe geopolitieke constellatie.
Noten
(1) Anne-Cécile Robert, “L’Europe face aux dilemmes de la souveraineté,” Monde Diplomatique, Avril 2022, pp. 12-13. https://www.monde-diplomatique.fr/2022/04/ROBERT/64551
(2) Adam Tooze, “After the Zeitenwende: Jürgen Habermas and Germany’s new identity crisis,” The New Stateman, May 2022, https://www.newstatesman.com/ideas/2022/05/after-the-zeitenwende-jurgen-habermas-and-germanys-new-identity-crisis
(3) Wolfgang Streeck, “The EU after Ukraine,” American Affairs VI(2), https://americanaffairsjournal.org/2022/05/the-eu-after-ukraine/
(4) Antonio Negri & Nicolas Guilhot, “New Reality?,” New Left Review Sidecar, August 2022, https://newleftreview.org/sidecar/posts/new-reality
(5) Wolfgang Streeck, “Germans to the front,” New Left Review Sidecar, March 2023, https://newleftreview.org/sidecar/posts/germans-to-the-front
(6) Ludo De Brabander, “Regering beslist tot ongeziene stijging van het defensiebudget,” Vrede, juni 2022, https://vrede.be/nl/nieuws/regering-beslist-tot-ongeziene-stijging-van-het-defensiebudget
(7) Wolfgang Streeck, “Pipe dreams,” New Left Review Sidecar, September 2022, https://newleftreview.org/sidecar/posts/pipe-dreams
(8) Slavoj Žižek, “Ukraine’s Tale of Two Colonizations,” Project Syndicate, August 2022, https://www.project-syndicate.org/commentary/ukraine-russian-occupation-or-western-neoliberal-colonization-by-slavoj-zizek-2022-08