Nieuwjaarsbrief
Karim Zahidi, voorzitter Masereelfonds
Beste leden en sympathisanten,
Sinds april 2017 heb ik de eer om voorzitter van het MF te zijn. Kende ik het Masereelfonds in eerste instantie als gebruiker, dan heb ik de laatste 9 maanden de interne keuken van onze organisatie leren kennen. Wat we meteen opviel, is het ongelofelijk rijke aanbod aan activiteiten dat door onze verschillende afdelingen maandelijks wordt gepresenteerd. Niet alleen de hoeveelheid activiteiten, maar ook de diversiteit toont aan dat de vrijwilligers en medewerkers van het MF er telkens weer in slagen om op een originele manier culturele activiteiten op poten te zetten die aansluiten bij de basiswaarden van het MF. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat onze activiteiten – van lezingen over concerten tot filmvertoningen – over het algemeen kunnen rekenenen op een brede belangstelling.
Ondanks dit succes kunnen we niet op onze lauweren rusten. Zoals sommigen onder jullie misschien weten, treedt vanaf 2020 een nieuw decreet in werking voor structurele subsidiëring van organisaties zoals de onze. De komende twee jaren worden dus belangrijk om ons voor te bereiden op de evaluties. Van een positieve evalutie hangt het voortbestaan van het Masereelfonds af. Daarnaast moeten we ons ook voorbereiden op de nieuwe structuren die het nieuwe decreet ons oplegt. Die voorbereiding zal voornamelijk het werk zijn van het personeel, onze nieuwe coördinator Kelly Franceus en de raad van de bestuur. Maar we willen natuurlijk zoveel mogelijk leden en vrijwilligers betrekken bij het uitzetten van bakens voor de toekomst van het MF. In de loop van 2018 en 2019 zullen we dan ook op verschillende momenten beroep doen op jullie kennis en ideeën.
Er zijn alvast twee belangrijke punten die, zelfs los van het nieuwe decreet, onze permanente aandacht verdienen. Zoals ik al aanhaalde bereiken we met onze activiteiten weliswaar een ruim publiek, toch slagen we er onvoldoende in om een deel van dat publiek ook bij het MF te laten aansluiten en er actief te worden. Dit probleem stelt zich in het bijzonder bij jongere deelnemers. Dit is problematisch om twee redenen. De eerste reden is eenvoudig. Als we geen jongere leden aantrekken, zal de natuurlijke vergrijzing van het ledenbestand op termijn leiden tot het verdwijnen van het Masereelfonds. Ons ledenbestand zal langzaamaan uitdunnen en we zullen de financiële slagkracht verliezen om een kwaliteitsvolle programmering aan te bieden. We dreigen zo in een vicieuze cirkel terecht te komen: minder leden, minder gevarieerde programmatie, nog minder leden. Ten tweede, als we de boot van de verjonging missen en er niet in slagen om jongere vrijwilligers aan te trekken, dan dreigen sommige afdelingen binnenkort zonder vrijwilligers te zitten. Een afdeling mag dan nog wel voldoende leden hebben, als er geen vrijwilligers zijn om de werking te dragen, dan verdwijnt ze ook.
Een tweede punt heeft te maken met de identiteit van het MF, met wat ons onderscheidt van andere cultuurfondsen. Het antwoord op deze vraag is op theoretisch niveau makkelijk te geven en zit vervat in de drie kernwaarden van het Masereelfonds: kritisch, onafhankelijk en progressief. Dit klinkt mooi, maar ook vaag. We kunnen ons dus niet tevreden stellen met een eenvoudige verwijzing naar die drie kernwaarden om de identiteit van het Masereelfonds uit te dragen. Het is immers niet zo duidelijk in hoeverre deze drie waarden uniek zijn voor het Masereelfonds in het landschap van Vlaamse socioculturele verenigingen. Wat ons zou moeten onderscheiden van anderen verenigingen is de manier waarop we deze waarden in onze concrete praktijk – activiteiten, interne structuur, … – vorm geven. Op de jongste ledendag in Oostende hebben we samen nagedacht over wat een concrete invulling van deze drie kernwaarden voor ons zou kunnen zijn. Deze collectieve reflectie over onze basiswaarden kunnen we verder stofferen met de manier waarop in onze statuten het doel van het Masereelfonds wordt omschreven. Daar heet het dat we willen “bijdragen tot de culturele verrijking en maatschappelijke ontvoogding van al wie door het kapitalisme onderdrukt wordt, erdoor beperkt wordt of ermee in onvrede leeft.” Deze omschrijving geeft aan wat kritisch en progressief voor ons betekent. We zijn kritisch ten opzichte van het maatschappelijke systeem zoals het vandaag bestaat. Onze kritiek beperkt zich niet alleen tot de strikt economische (bv. ongelijkheid of uitbuiting) of politieke (bv. gebrek aan democratie) aspecten van dat maatschappelijk systeem. We zijn ook kritisch ten opzichte van de manier waarop dit systeem andere aspecten van het maatschappelijk leven produceert en reproduceert: cultuur, intermenselijke verhoudingen,… Progressief zijn betekent dan precies op zoek gaan naar en het verspreiden van alternatieven voor dat maatschappelijk systeem. Dit betreft opnieuw niet alleen het verspreiden van kennis over en alternatieven voor de politiek-economische aspecten van het systeem, maar ook ruimte geven aan alternatieve socioculturele praktijken. Ik leg bijzonder de nadruk op dit laatste aspect omdat het Masereelfonds op dat vlak een belangrijke rol kan spelen: op zoek gaan naar culturele praktijken en ‘producten’ die in het reguliere cultuurcircuit niet of weinig aan bod komen. De diversificatie van het cultuuraanbod, en dit brengt me vanzelf terug bij mijn vorige punt, zal pas mogelijk zijn als we ook in ons actieve ledenbestand een grotere diversiteit – zowel in leeftijd, opleidingsniveau als culturele achtergrond – kunnen bereiken. Diversificatie betekent niet dat we alles anders moeten doen, of dat we de kwaliteitsvolle programmatie die we nu aanbieden maar volledig overboord moeten gooien. Wat het wel impliceert is dat we daarnaast ruimte moeten creëeren voor activiteiten die ‘onderdrukten’ van het systeem, die we nu niet bereiken, aanspreken.
Dit zijn alvast een aantal uitdagingen waarop wij, leden en vrijwilligers van het Masereelfonds, een antwoord moeten zien te geven in de komende jaren. Ik ben er zeker van dat we samen die antwoorden kunnen vinden. Ik wens iedereen dan ook een vruchtbaar 2018, niet alleen op Masereelfondsvlak, maar ook op persoonlijk vlak.